ECLI:NL:GHARL:2016:3590

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2016
Publicatiedatum
9 mei 2016
Zaaknummer
WAHV 200.182.576
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dijkstra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak betreffende administratieve sanctie

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 16 november 2015 een aanhoudingsverzoek van de officier van justitie had toegewezen. De kantonrechter had de verdere behandeling van het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie voor onbepaalde tijd aangehouden. De gemachtigde van de betrokkene heeft hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om vergoeding van proceskosten.

Het hof heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat, volgens artikel 14 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), hoger beroep alleen mogelijk is als de opgelegde administratieve sanctie meer dan € 70,- bedraagt. Daarnaast is artikel 13 van de WAHV van belang, omdat het bepaalt dat de kantonrechter een beslissing moet nemen die inhoudt dat het beroep ontvankelijk is en dat de beslissing van de officier van justitie niet of niet ten volle gehandhaafd kan worden. Het hof concludeert dat de kantonrechter in dit geval geen beslissing heeft genomen zoals bedoeld in artikel 13, maar slechts een tussenbeslissing heeft gedaan.

Daarom heeft het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek om vergoeding van kosten afgewezen. Deze uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden waaronder hoger beroep kan worden ingesteld in bestuursrechtelijke zaken, met name in het kader van de WAHV.

Uitspraak

WAHV 200.182.576
9 mei 2016
CJIB 176566703
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag
van 16 november 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats] ,
voor wie als gemachtigde optreedt R. de Nekker,
kantoorhoudende te Heerenveen.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft iedere verdere beslissing op het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing voor onbepaalde tijd aangehouden.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen voornoemde beslissing van de kantonrechter om de behandeling van de zaak aan te houden. Tevens is verzocht om vergoeding van proceskosten.

Beoordeling

1. Ingevolge het bepaalde in artikel 14, eerste lid, van de WAHV kan degene die bij de rechtbank beroep heeft ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep instellen bij dit hof, tenzij de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing niet meer bedraagt dan € 70,-.
2. Het bepaalde in artikel 13 van de WAHV houdt in dat, indien de kantonrechter bevindt dat het beroep ontvankelijk is en dat de beslissing van de officier van justitie niet of niet ten volle gehandhaafd kan worden, de kantonrechter het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond verklaart en daarbij de bestreden beslissing vernietigt of wijzigt.
3. Gelet op de systematiek van de WAHV, in het bijzonder de omstandigheid dat de mogelijkheid tot het instellen van hoger beroep in artikel 14 van de WAHV afhankelijk is gesteld van de hoogte van de administratieve sanctie na de beslissing van de kantonrechter, is het hof van oordeel dat slechts hoger beroep openstaat in het geval de kantonrechter een beslissing heeft genomen als bedoeld in artikel 13 van de WAHV.
4. Het hof stelt vast dat door de kantonrechter bij beslissing van 16 november 2015 geen beslissing is genomen als bedoeld in artikel 13 van de WAHV, maar dat sprake is van een tussenbeslissing.
5. Gelet hierop zal het hof het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren en het verzoek om vergoeding van kosten afwijzen.

Beslissing

Het gerechtshof:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
wijst het verzoek om vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Kuiper als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.