ECLI:NL:GHARL:2016:3579
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling en lijfsdwang bij niet-nakoming van omgangsregeling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een omgangsregeling tussen [verweerder] en [de minderjarige]. De zaak is ontstaan na een verzoek van [verweerder] om vervangende toestemming voor erkenning van [de minderjarige] en om mede belast te worden met het gezag. De rechtbank had eerder een omgangsregeling vastgesteld, maar [verzoekster] weigerde hieraan mee te werken. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en bepaald dat de proefcontacten tussen [verweerder] en [de minderjarige] onder begeleiding van de Raad voor de Kinderbescherming dienen plaats te vinden. Tevens is de beslissing uitvoerbaar verklaard bij lijfsdwang, wat betekent dat als [verzoekster] niet meewerkt aan de begeleide omgang, zij veertien dagen lijfsdwang kan worden opgelegd. Het hof heeft geoordeeld dat het belang van [de minderjarige] om omgang te hebben met [verweerder] zwaarder weegt dan het belang van [verzoekster] bij het niet toepassen van lijfsdwang. De zaak is complex door de internationale aspecten, aangezien [verzoekster] naar België is verhuisd, maar het hof heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd blijft. De Raad voor de Kinderbescherming is verzocht om contact op te nemen met de Centrale Autoriteit in Den Haag om te onderzoeken of cross border mediation mogelijk is.