In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, geboren in 2000. De minderjarige, die zichzelf in gevaar brengt, heeft een complexe problematiek met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen. De kinderrechter had eerder op 3 november 2015 een machtiging tot gesloten jeugdhulp verleend, die door de GI was aangevraagd na een reeks incidenten, waaronder een poging tot zelfdoding en ongeoorloofd afwezig zijn van een open behandelgroep.
De minderjarige heeft in hoger beroep verzocht om vernietiging van de beschikking van de kinderrechter, maar het hof heeft geoordeeld dat de machtiging tot gesloten jeugdhulp gerechtvaardigd is. Het hof heeft vastgesteld dat aan de formele vereisten voor de machtiging is voldaan en dat er ook materieel gezien sprake is van ernstige problemen die de ontwikkeling van de minderjarige belemmeren. De ouders van de minderjarige zijn niet in staat gebleken om de noodzakelijke ondersteuning te bieden, en de minderjarige heeft eerder bewezen niet in staat te zijn om met meer vrijheid om te gaan.
Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd en benadrukt dat de minderjarige eerst moet laten zien dat zij de verantwoordelijkheid van meer vrijheid aan kan voordat er naar minder ingrijpende maatregelen kan worden gekeken. De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken, waarbij de rechters de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderstreepten, gezien de kwetsbaarheid van de minderjarige en de zorgen over haar welzijn.