Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de periode van oktober 1990 tot en met 5 september 2007 te [plaats] , althans elders in Nederland, (telkens) opzettelijk een geldbedrag (tot een totaal van ongeveer 369.685,34 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte (telkens) anders dan door misdrijf, te weten als door die [benadeelde] tot diens betaalrekening ( [rekeningnummer] ) bij de [bank] [plaats] gemachtigde persoon, onder zich had, (telkens) wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij in of omstreeks de periode van oktober 1990 tot en met 5 september 2007 te [plaats] , althans elders in Nederland, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een geldautomaat (van de [bank] ) heeft weggenomen een geldbedrag (tot een totaal van ongeveer 369.685,34 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) (telkens) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens) een bankpasje ten name van [benadeelde] , in elk geval enig bankpasje, in te voeren in die geldautomaat, vervolgens de bij dat bankpasje en/of bankrekening van die [benadeelde] behorende pincode in te toetsen in die geldautomaat en vervolgens het gewenste bedrag te kiezen.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Vrijspraak ter zake van het primair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
hij in
of omstreeksde periode van juni 2000 tot en met 5 september 2007 te [plaats]
, althans elders in Nederland, (telkens
)met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
in/uit een geldautomaat (van de [bank] ) heeft weggenomen een geldbedrag (tot een totaal van ongeveer 178.800,88 euro),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren) (telkens
)onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door
(telkens
)een bankpasje ten name van [benadeelde]
, in elk geval enig bankpasje,in te voeren in die geldautomaat, vervolgens de bij dat bankpasje
en/of bankrekeningvan die [benadeelde] behorende pincode in te toetsen in die geldautomaat en vervolgens het gewenste bedrag te kiezen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij (de erven van [benadeelde] )
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij (de erven van [benadeelde] )
€ 178.800,88 (honderd achtenzeventigduizend achthonderd euro en achtentachtig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 178.800,88 (honderd achtenzeventigduizend achthonderd euro en achtentachtig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.