In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 19 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ambtshalve ontslag van de moeder als curator van haar dochter, curanda, en de benoeming van een nieuwe curator. De moeder was sinds 1991 curator van curanda, maar had verzuimd om rekening en verantwoording af te leggen over de jaren 2010 en 2011. Dit leidde tot een oproep van de kantonrechter om ter zitting te verschijnen, waar de moeder echter niet op verscheen. De kantonrechter heeft haar uiteindelijk ambtshalve ontslagen op 16 maart 2015, wat de moeder in hoger beroep aanvecht.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet moedwillig de administratie had verwaarloosd, maar dat haar onachtzaamheid voldoende gewichtige redenen opleverde voor het ontslag. De moeder heeft in hoger beroep verzocht om haar ontslag op eigen verzoek en de benoeming van haar zoon als nieuwe curator. Het hof heeft de voorkeur voor de benoeming van de broer van curanda, die zich al lange tijd om haar bekommert. Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en de broer benoemd tot curator, met ingang van 1 februari 2016, en het ontslag van de moeder als curator eveneens met ingang van die datum vastgesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.