Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
"
Artikel 5
(ƒ 155.566,29).
- [kind 1] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ;
- [kind 2] , geboren op [geboortedatum] 2001 te [geboorteplaats] ,
gezamenlijk verder ook te noemen: de kinderen. Partijen zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen.
A. de echtscheiding uit te spreken tussen partijen;
B. te bepalen dat de vrouw jegens de man bevoegd is tot bewoning van de echtelijke woning te [woonplaats] gelegen aan de [adres] , alsmede tot het gebruik van de bij de woning en tot de inboedel behorende zaken gedurende zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking;
C. te bepalen dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen voldoet van € 250,- per kind per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, althans deze bijdrage vast te stellen op een in goede justitie te bepalen bedrag;
D. te bepalen dat de man aan de vrouw een bijdrage in de kosten van levensonderhoud voldoet van € 500,- per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, althans deze bijdrage vast te stellen op een in goede justitie te bepalen bedrag;
E. de wijze van verdeling en verrekening vast te stellen.
De man heeft niet tijdig een verweerschrift ingediend.
4.De omvang van het geschil
a. de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
b. te bepalen dat de vrouw jegens de man bevoegd is de bewoning van de echtelijke
€ 260.000,- en een laatprijs van € 245.000,-, waarna de netto verkoopopbrengst (na aflossing van de hypotheekschuld en de schuld aan Advance Finance) met bijtelling van de in de voor de hypotheek verbonden polissen van levensverzekering opgebouwde vermogenswaarde) tussen partijen gelijkelijk wordt verdeeld, met dien verstande dat de man uit zijn aandeel in de netto verkoopopbrengst aan de vrouw dient te vergoeden:
- de helft van de door haar nog betaalde premies op de polissen van
€ 598,32 per maand;
a. de echtscheiding tussen partijen uit te spreken;
b. te bepalen dat de vrouw jegens de man bevoegd is de bewoning van de echtelijke
€ 270.000,-, waarna de netto verkoopopbrengst met bijtelling van de in de voor de hypotheek verbonden polissen van levensverzekering opgebouwde vermogenswaarde bij wijze van afwikkeling tussen partijen gelijkelijk wordt verdeeld met dien verstande dat de vrouw tevens aan de man dient te vergoeden:
5.De motivering van de beslissing
De ontvankelijkheid van het incidenteel hoger beroep
De nevenverzoeken
De kinderalimentatieDe ingangsdatum
De behoefte van de kinderen
De extra kosten van de kinderen
€ 1.005,72 bedragen en bestaan uit niet onder de ziektekostenverzekering vallende kosten voor de kinderen en de schoolkosten.
De draagkracht van de vrouw
* De behoefte van de vrouw
€ 3.161,- per maand. Ten aanzien van de kosten van de kinderen in 2013 zoekt het hof aansluiting bij de beschikking voorlopige voorzieningen van 16 oktober 2013, waarin de kosten van de kinderen zijn vastgesteld op € 704,- per maand. De behoefte van de vrouw kan derhalve worden becijferd op 60% van € 2.457,- (€ 3.161,- minus € 704,-), oftewel € 1.474,- netto per maand. Geïndexeerd naar 2016 is dit afgerond € 1.519,-.
De behoeftigheid van de vrouw
€ 465,-) Dit bedrag dient echter nog te worden verminderd met het aandeel van de vrouw in de kosten van de kinderen ter hoogte van € 142,- per maand, alsmede het tekort van € 70,- per maand dat aan haar is toegerekend. Dit brengt met zich dat de vrouw gelet op haar inkomsten ter hoogte van € 1.350,- (€ 1.562,- minus € 212,-) behoefte heeft aan een bijdrage van de man in de kosten van haar levensonderhoud van € 169,- netto per maand (€ 1.519,- minus € 1.350,-)
(€ 1.097,- / 20 x 24 = € 1.316,-), kan dit er derhalve niet toe leiden dat aan de man een bijdrage zal worden opgelegd. Het hof zal de stellingen van partijen omtrent de verdiencapaciteit van de vrouw daarom onbesproken laten.
De draagkracht van de man* Het inkomen
* De lasten
De afwikkeling huwelijkse voorwaarden en de verdeling van de (waarde van de) echtelijke woning
* De woning
* De investering door de man van de overwaarde van de woning in [plaats] in de echtelijke woning
* De aflossing van de hypotheek van de man met privégeld van de vrouw
* De kosten van stoffering van de echtelijke woning en inboedel
- heeft de vrouw verzocht een vergoedingsrecht vast te stellen van € 1.429,16 ter zake
- een orderbon van Tuincentrum [plaats] d.d. 21 maart 2005 betreffende een
* De premies voor de Zeker Plus Hypotheek Rekeningen
* De eigenaarslasten
* De hypotheekrente
* De rente voor het krediet bij Advance Finance
* De auto
* De kinderspaarrekeningen
* Conclusie
Pensioenverevening en conversie
6.De slotsom
7.De beslissing
1 november 2013 tot de datum van notariële overdracht;