Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
3 juni 2015 dat de rechtbank Midden-Nederland, afdeling civiel recht, locatie Lelystad (hierna: de kantonrechter), heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
- de akte van depot d.d. 19 februari 2016.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
[C] , kort gezegd inhoudende dat [C] de scooter rond de maand augustus 2009 voor [B] aan [appellant] heeft verkocht.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
De eerste verklaring is, naar tussen partijen niet ter discussie staat, afkomstig van [B] . In deze verklaring neemt [B] afstand van de door [geïntimeerde] in eerste aanleg overgelegde verklaring. Die is volgens hem aangevuld nadat hij, [B] , de verklaring had ondertekend. Volgens [B] heeft [geïntimeerde] de scooter wel op zijn naam gezet en is de scooter vervolgens in het bezit gekomen van [C] , maar weet hij niet wat [C] met de scooter heeft gedaan. [B] schrijft ook niet te weten waar de scooter nu is.
In de tweede verklaring, die is ondertekend met [D] , is vermeld dat de opsteller de moeder van [appellant] is en dat [appellant] nooit in het bezit is geweest van een Gilera scooter, type Runner. [appellant] heeft wel een Gilera Stalker gebruikt, die op naam van [D] stond.