Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 17 mei 2014 te [plaats] , in ieder geval in Nederland, door geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen van zijn penis in de anus en/of in de mond van die [aangeefster] , en bestaande dat geweld en/of één of meer andere feitelijkheden en/of bedreiging met geweld en/of één of meer andere feitelijkheden, hierin dat verdachte
hij op of omstreeks 17 mei 2014 te gemeente [plaats] en/of [plaats] , in ieder geval in Nederland, opzettelijk [aangeefster] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft verdachte die [aangeefster] tegen haar wil meegenomen in zijn auto en/of haar (gedurende zekere tijd) verboden zijn auto te verlaten.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op
of omstreeks17 mei 2014 te [plaats] ,
in ieder geval in Nederland,door geweld en
/of één of meerandere feitelijkheden en
/ofbedreiging met geweld
en/of één of meer andere feitelijkheden, [aangeefster] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen van zijn penis in de anus en
/ofin de mond van die [aangeefster] , en bestaande dat geweld en
/of één of meerandere feitelijkheden en
/ofbedreiging met geweld
en/of één of meer andere feitelijkheden, hierin dat verdachte
/of
/of
/of
/of
/of
/ofnon-verbale) signalen van protest/onwil van die [aangeefster] , en verdachte (aldus) voor die [aangeefster] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
hij op
of omstreeks17 mei 2014 te gemeente [plaats] en/of [plaats] ,
in ieder geval in Nederland,opzettelijk [aangeefster] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers heeft verdachte die [aangeefster] tegen haar wil meegenomen in zijn auto en
/ofhaar (gedurende zekere tijd) verboden zijn auto te verlaten.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
verkrachting.
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jaren:- aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
- of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd:
bijzondere voorwaardedat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd verboden is contact te leggen of te laten leggen met [aangeefster] , zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
€ 6.179,34 (zesduizend honderdnegenenzeventig euro en vierendertig cent) bestaande uit € 179,34 (honderdnegenenzeventig euro en vierendertig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 6.179,34 (zesduizend honderdnegenenzeventig euro en vierendertig cent) bestaande uit € 179,34 (honderdnegenenzeventig euro en vierendertig cent) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
65 (vijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.