Uitspraak
1.[de pleegouders1] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
- [in] 2010 [de minderjarige1] (verder te noemen: [de minderjarige1] );
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen, geboren uit de relatie van de ouders, die beiden kampen met ernstige psychische problemen. De ouders zijn niet in staat gebleken om een veilig en stabiel opvoedingsklimaat te bieden. De kinderrechter had eerder al een machtiging verleend voor de uithuisplaatsing van de kinderen, en de ouders hebben in hoger beroep verzocht deze beschikking te vernietigen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld en de relevante stukken en rapporten van de betrokken instanties in overweging genomen.
De ouders hebben een belast verleden en zijn gediagnosticeerd met verschillende psychiatrische aandoeningen, waaronder ADHD en borderline. De opvoedingssituatie van de kinderen is instabiel en onvoorspelbaar, met financiële problemen en een gebrek aan structuur. Ondanks eerdere hulpverlening is er geen verbetering opgetreden. De kinderen zijn in een noodopvang geplaatst, maar de ouders hebben zich daar dreigend gedragen, wat heeft geleid tot hun uitplaatsing.
Het hof heeft vastgesteld dat de zorgen over het welzijn van de kinderen nog steeds aanwezig zijn. De kinderen hebben in hun pleeggezinnen verhalen verteld over lichamelijke straffen en mogelijk seksueel misbruik, wat de situatie verder verergert. Het hof concludeert dat de ouders, ondanks dat zij sinds kort weer huisvesting hebben, niet in staat zijn om de kinderen de benodigde zorg en stabiliteit te bieden. Daarom bekrachtigt het hof de eerdere beschikking van de kinderrechter tot uithuisplaatsing van de kinderen.