ECLI:NL:GHARL:2016:2561
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Smeeïng-van Hees
- R. Krijger
- J.P. Balkema
- Rechtspraak.nl
Beëindiging voogdij van pleegmoeder over minderjarige na zorgen over ontwikkeling en veiligheid
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de voogdij van een pleegmoeder over een minderjarige, hierna aangeduid als [kind]. De pleegmoeder, die in hoger beroep was gekomen, had de rechtbank Midden-Nederland verzocht om haar voogdij over [kind] te handhaven. De rechtbank had eerder op 13 mei 2015 besloten om de voogdij van de pleegmoeder te beëindigen en de gecertificeerde instelling Samen Veilig Midden-Nederland tot voogd te benoemen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden.
De zaak kwam aan het licht na zorgen over de ontwikkeling en veiligheid van [kind], die in februari 2014 onder toezicht was gesteld en uit huis geplaatst. De pleegmoeder had [kind] sinds haar plaatsing in 2007 onder haar hoede, maar er waren ernstige zorgen gerezen over de opvoedingssituatie. Het hof heeft vastgesteld dat [kind] getuige was geweest van huiselijk geweld en dat er sprake was van onveilige hechting. De pleegmoeder had onvoldoende bescherming kunnen bieden en de ontwikkeling van [kind] was in het geding.
Het hof heeft in zijn overwegingen de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdforensische diagnostiek betrokken. De deskundigen concludeerden dat de huidige opvoedingssituatie bij de pleegouders niet langer in het belang van [kind] was. Het hof heeft geoordeeld dat de voogdij diende te worden overgedragen aan een professionele en neutrale instelling, die de stabiliteit en continuïteit van de opvoedingssituatie kan waarborgen. De pleegmoeder heeft ter zitting erkend dat [kind] niet meer bij haar kan wonen, wat de beslissing van het hof verder heeft onderbouwd.
De beslissing van het hof is in het openbaar uitgesproken en onderstreept de noodzaak van een veilige en stabiele omgeving voor de ontwikkeling van [kind].