Uitspraak
De beslissing van de kantonrechter
Het procesverloop
Beoordeling
Noot: de verbalisant zag dat de betrokkene en de persoon op het kopie aanvraag reisdocument dezelfde persoon waren. Zie bijlage bij brondocument.”
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, die op 15 juni 2015 het beroep van de betrokkene tegen een administratieve sanctie ongegrond verklaarde. De betrokkene had een sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het niet op eerste vordering ter inzage geven van zijn rijbewijs. De betrokkene stelde dat er sprake was van identiteitsfraude en dat hij de gedraging niet had verricht. De kantonrechter oordeelde dat het beroepschrift van de betrokkene geen gronden bevatte en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd. Het hof oordeelde dat de officier van justitie het beroep niet niet-ontvankelijk had mogen verklaren, aangezien het beroepschrift wel degelijk een summiere grond bevatte. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene, ondanks zijn verweer, niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die aanleiding zouden geven om de sanctie te matigen of achterwege te laten. De ambtsedige verklaring van de verbalisant werd als voldoende bewijs beschouwd voor de gedraging.
Uiteindelijk heeft het hof het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond verklaard, en de beslissing van de kantonrechter en de officier van justitie vernietigd. De betrokkene blijft verantwoordelijk voor de opgelegde sanctie, en het hof heeft geen voor vergoeding in aanmerking komende kosten vastgesteld.