ECLI:NL:GHARL:2016:2380
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in ontnemingszaak na veroordeling voor witwassen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft een ontnemingsvordering ingevolge artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, die is ingesteld na een veroordeling voor witwassen. De veroordeelde, geboren in Turkije en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de zittingen op 1 april 2015 en 9 maart 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 80.500 heeft vastgesteld. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. P.M. Breukink, heeft ook haar standpunten naar voren gebracht. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank op goede gronden heeft geoordeeld en heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer voor strafzaken, waarbij mr. R. de Groot als voorzitter fungeerde. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. G.W. Jansink, en is op dezelfde dag ter openbare terechtzitting bekendgemaakt. Mr. Van Gorkom was niet in staat het arrest te ondertekenen.