ECLI:NL:GHARL:2016:2333
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- M. Landstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kostenvergoeding voor rechtsbijstand in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, die op 8 februari 2013 een verzoek om kostenvergoeding voor rechtsbijstand heeft afgewezen. De betrokkene, vertegenwoordigd door een gemachtigde van [B.V. X], heeft in hoger beroep aangevoerd dat de door hem gemaakte kosten voor juridische bijstand vergoed dienen te worden. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft in een tussenarrest van 7 januari 2016 overwogen dat de kantonrechter de betrokkene ten onrechte niet in de gelegenheid heeft gesteld zijn draagkrachtverweer toe te lichten. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Rotterdam.
In het vervolg van de procedure heeft het hof de gemachtigde verzocht aan te tonen dat zijn werkzaamheden een vast onderdeel vormen van een duurzame, op het vergaren van inkomsten gerichte taakuitoefening, en dat er sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De gemachtigde heeft informatie overgelegd, waaronder een uittreksel van de Kamer van Koophandel, waaruit blijkt dat [B.V. X] ook op commerciële basis juridische adviezen verstrekt. Het hof heeft echter geconcludeerd dat het verlenen van rechtsbijstand geen vast onderdeel is van de werkzaamheden van de gemachtigde en dat het slechts een bijkomstig karakter heeft.
Daarom heeft het hof geoordeeld dat er in dit geval geen sprake is van beroepsmatig verleende rechtsbijstand in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het verzoek om vergoeding van de kosten is afgewezen. Het hof heeft de bestreden beslissing vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Rotterdam voor verdere behandeling en beslissing.