ECLI:NL:GHARL:2016:2144
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J. van Schuijlenburg
- A. Dörholt
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de beslissing van de kantonrechter inzake niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdig stellen van zekerheid
Op 16 maart 2016 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 10 april 2015. De zaak betreft een betrokkene die niet tijdig zekerheid heeft gesteld voor de betaling van een opgelegde administratieve sanctie en de administratiekosten, zoals vereist door de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard.
In hoger beroep heeft de betrokkene aangevoerd dat hij wegens betalingsonmacht geen zekerheid kon stellen. Het hof oordeelt dat de betrokkene niet binnen de gestelde termijn heeft gereageerd op de verplichting tot zekerheidstelling en dat hij niet tijdig heeft aangegeven dat hij wegens onvoldoende financiële draagkracht geen zekerheid kon stellen. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter, maar wijst erop dat de kantonrechter had moeten vermelden dat het draagkrachtverweer niet tijdig is ingediend.
De beslissing van het hof houdt in dat de kantonrechter terecht het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat de betrokkene niet heeft voldaan aan de wettelijke verplichtingen. Het hof bevestigt de beslissing met verbetering van gronden, zonder dat er kosten voor vergoeding in aanmerking komen.