Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
namensde klachtgerechtigde aangifte gedaan en is, ondanks voormeld contact tussen [klachtgerechtigde] en de politie en het geen gehoor geven aan voormelde verzoeken van de politie door [klachtgerechtigde] , een klacht uitgebleven. Naar het oordeel van het hof staat niet buiten twijfel dat [klachtgerechtigde] een klacht heeft willen indienen. Het in dit geval inlezen van die klacht in de aangifte die namens de klachtgerechtigde is gedaan, zou afbreuk doen aan de in het voornoemde artikel vervatte waarborg dat vervolging tegen een naaste slechts wordt ingesteld wanneer dit door de benadeelde gewenst wordt. Het hof zal daarom de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaren in zijn vervolging.