ECLI:NL:GHARL:2016:2122
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vorderingen in kort geding tot uithuisplaatsing van een minderjarige en vervanging van de gezinsvoogd
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding, aangespannen door de vader van een minderjarige, [kind 1], die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI). De vader verzoekt om de uithuisplaatsing van [kind 1] en de vervanging van de gezinsvoogd, alsook om hulp voor de moeder en [kind 1]. De voorzieningenrechter in de rechtbank Gelderland heeft op 18 december 2015 de vorderingen van de vader afgewezen. De vader is van mening dat er sprake is van spoedeisend belang, omdat [kind 1] in een problematische situatie verkeert, maar het hof oordeelt dat de omstandigheden niet voldoende zijn om de vorderingen toe te wijzen. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter en wijst de vorderingen van de vader af. De vader wordt in de kosten van het hoger beroep veroordeeld. Het hof concludeert dat er geen spoedeisend belang is voor de gevraagde uithuisplaatsing en dat de huidige gezinsvoogd zijn taak naar behoren uitvoert. De vader heeft geen bewijs kunnen leveren voor zijn claims, en de vorderingen zijn afgewezen op basis van de niet-gevraagde procedures.