ECLI:NL:GHARL:2016:2029
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. Dijkstra
- M. Vlieger-Dijkstra
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor parkeren op verkeerde locatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam, die op 6 mei 2014 een beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had een administratieve sanctie van € 90,- opgelegd gekregen voor het parkeren van een voertuig op een locatie waar dit niet was toegestaan. De gedraging vond plaats op 11 juli 2013. De betrokkene stelde dat hij niet verantwoordelijk was voor de gedraging, omdat het voertuig ten tijde van de overtreding was verhuurd. De kantonrechter oordeelde dat alleen de kentekenhouder een beroep kan doen op artikel 8, aanhef en onder b, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV). De vertegenwoordiger van de betrokkene, die vennoot is van de betrokkene, voerde aan dat hij de kentekenhouder kon vertegenwoordigen en dat de huurovereenkomst moest worden erkend.
Het hof oordeelt dat de vennoot inderdaad de kentekenhouder kan vertegenwoordigen, maar dat de huurovereenkomst die is overgelegd niet voldoet aan de eisen van artikel 8, aanhef en onder b, WAHV. De huurovereenkomst was namelijk niet aangegaan door de kentekenhouder zelf, maar door een ander bedrijf. Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter en verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond, omdat de huurovereenkomst niet als zodanig kan worden erkend. De beslissing van de officier van justitie wordt ook vernietigd, maar het beroep tegen de inleidende beschikking blijft ongegrond.