ECLI:NL:GHARL:2016:178
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- M. van Schuijlenburg
- Terhell
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan machtiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 30 maart 2015. De kantonrechter had het beroep van [naam B] tegen een beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat er geen schriftelijke machtiging was overgelegd waaruit bleek dat [naam B] gerechtigd was om beroep in te stellen. Het hof heeft vastgesteld dat [naam B] in de gelegenheid was gesteld om de vereiste machtiging over te leggen, maar dat dit niet is gebeurd. Hierdoor heeft de kantonrechter terecht geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en komt niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de bezwaren van [naam B] tegen de beslissing van de officier van justitie. De uitspraak benadrukt het belang van een geldige machtiging bij het indienen van beroep door een derde partij.