ECLI:NL:GHARL:2016:1613

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
1 maart 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
WAHV: 200.173.607t
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Dijkstra
  • J. Terhell
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake niet-ontvankelijk verklaring van de kantonrechter bij het instellen van beroep per e-mail

In deze zaak gaat het om de vraag of het mogelijk is om hoger beroep in te stellen per e-mail. De gemachtigde van de betrokkene heeft op 18 juli 2015 een e-mail gestuurd naar de rechtbank waarin hij hoger beroep aantekent tegen een beslissing van de kantonrechter van 1 juli 2015. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen een beslissing van de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard. Het hof oordeelt dat het instellen van hoger beroep schriftelijk moet gebeuren, zoals voorgeschreven in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet administratiefrechtspraak verkeersboetes (WAHV). De gemachtigde heeft niet voldaan aan de vereisten voor het indienen van een beroepschrift, omdat een e-mail met bijlagen niet als een schriftelijk beroep wordt beschouwd. Het hof stelt vast dat de termijn voor het instellen van hoger beroep nog niet was verstreken op het moment van ontvangst van de e-mail. Daarom krijgt de gemachtigde de gelegenheid om binnen vier weken een ondertekend beroepschrift in te dienen. Het hof benadrukt dat het niet voldoende is om een handtekening als bijlage bij de e-mail te voegen, aangezien dit niet voldoet aan de eis van een origineel ondertekend beroepschrift. Het hof houdt verdere beslissingen aan totdat het beroepschrift is ingediend.

Uitspraak

WAHV: 200.173.607
1 maart 2016 2016
CJIB: 176396530
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Tussenarrest
op het hoger beroep tegen beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 1 juli 2015
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats],
voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde],
wonende te [woonplaats].

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissing niet-ontvankelijk verklaard.
Het procesverloop
De gemachtigde van de betrokkene heeft op 18 juli 2015 een e-mailbericht aan de rechtbank verzonden waarin hij hoger beroep aantekent tegen de beslissing van de kantonrechter van 1 juli 2015.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De gemachtigde van de betrokkene is in de gelegenheid gesteld op het verweerschrift te reageren. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1. Het hof constateert dat de gemachtigde van de betrokkene op 18 juli 2015 een e-mailbericht aan de rechtbank heeft verzonden waarin hij hoger beroep aantekent tegen de beslissing van de kantonrechter van 1 juli 2015. Het hof ziet zich gesteld voor de vraag of het mogelijk is om via e-mail hoger beroep in te stellen. Het hof overweegt als volgt.
2. Ingevolge artikel 6:4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geschiedt het instellen van beroep bij een bestuursrechter door het indienen van een beroepschrift bij die rechter.
3. Ingevolge artikel 15, eerste lid, van de WAHV geschiedt het instellen van hoger beroep bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, in afwijking van artikel 6:4 van de Awb, door het indienen van een beroepschrift bij de rechtbank van de kantonrechter tegen wiens beslissing het beroep is gericht.
4. Ingevolge artikel 6:5, eerste lid, van de Awb wordt het beroepschrift ondertekend en bevat het ten minste:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht;
d. de gronden van het beroep.
5. Ingevolge artikel 6:6, aanhef en onder a, van de Awb kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard, indien niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.
6. Uit de hierboven aangehaalde wetsbepalingen volgt dat het instellen van hoger beroep bij het hof uitsluitend kan plaatsvinden door het indienen van een beroepschrift bij de rechtbank van de kantonrechter tegen wiens beslissing het beroep is gericht. Het verzenden van een e-mail met bijlagen, zoals de gemachtigde van de betrokkene heeft gedaan, voldoet niet aan het schriftelijkheidsvereiste. Bovendien kan bij verzending per e-mail niet worden voldaan aan de eis dat het beroepschrift wordt ondertekend.
7. Het voorgaande leidt in beginsel tot de conclusie dat de gemachtigde van de betrokkene door het verzenden van een e-mailbericht geen hoger beroep heeft ingesteld. De griffier van de rechtbank heeft het e-mailbericht met bijlagen ter verdere behandeling doorgezonden naar het hof. Het hof stelt vast dat ten tijde van de ontvangst door de rechtbank van het e-mailbericht de termijn voor het instellen van hoger beroep nog niet was verstreken. De griffier van de rechtbank heeft de gemachtigde van de betrokkene niet gewezen op de onjuiste wijze waarop hij hoger beroep wilde instellen en hem evenmin gelegenheid gegeven het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. Naar het oordeel van het hof dient de gemachtigde van de betrokkene alsnog in de gelegenheid te worden gesteld zijn verzuim bij het instellen van hoger beroep te herstellen. Hiertoe zal hem gelegenheid worden gegeven om een ondertekend hoger beroepschrift in te dienen binnen vier weken na dagtekening van dit arrest, hetgeen in dit geval kan geschieden door verzending naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (postbus 1704, 8901 CA Leeuwarden).
8. Ten behoeve van de gemachtigde merkt het hof op dat niet voldoende is, dat als bijlage bij de e-mail dezelfde tekst als in de e-mail is gevoegd die wel is voorzien van een handtekening. Nu het gaat om een bijlage bij een e-mail is er geen sprake van een schriftelijk beroep met een originele handtekening, zoals vereist.
9. Het hof houdt zal iedere verdere beslissing aanhouden.

Beslissing

Het gerechtshof:
stelt de gemachtigde van de betrokkene in de gelegenheid om binnen vier weken na dagtekening van dit arrest een ondertekend hoger beroepschrift in te dienen;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van Terhell als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.