Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 14 juli 2015;
- het verweerschrift met producties, ingekomen op 3 december 2015.
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
[B], psycholoog/gz-psycholoog, overgelegd. Die rapportage betreft de behandeling die de vader vrijwillig ondergaat in de [kliniek] in [plaats] en vermeldt - samengevat - dat de vader zich positief heeft ontwikkeld voor wat betreft zijn (persoonlijkheids)problematiek, dat hij middels individuele psychotherapie en psychomotore therapie heeft gewerkt aan zijn agressieregulatie en dat hij diverse groepstherapieën volgt gericht op het niet plegen van delicten, uitbreiding van sociale vaardigheden en terugvalpreventie ten aanzien van middelengebruik. De briefrapportage bevestigt volgens de vader verder dat zich geen incidenten hebben voorgedaan, dat geen terugval in middelengebruik heeft plaatsgevonden en dat zich geen delictrecidive heeft voorgedaan. De vader stelt verder dat hij sinds 20 januari 2016 is geplaatst bij een Individueel Begeleid Wonen traject in [woonplaats] en dat hij sinds 20 december 2015 een fulltime baan heeft.