ECLI:NL:GHARL:2016:1526

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 februari 2016
Publicatiedatum
29 februari 2016
Zaaknummer
200.186.152/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing wrakingsverzoek tegen raadsheer mr. J.J. Beswerda

In de zaak met rekestnummer 200.186.152/01 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 februari 2016 een verzoek tot wraking afgewezen. Het verzoeker, [X], woonachtig aan [a-straat] 16, [Z], had op 22 februari 2016 verzocht om wraking van de behandelend raadsheer mr. J.J. Beswerda in een WAHV-zaak met nummer 200.170.220, die op 19 februari 2016 was behandeld. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de argumenten die verzoeker in zijn wrakingsverzoek aanvoerde, niet voldoende waren om aan te tonen dat er sprake was van een wettelijke grond voor wraking. Verzoeker had geen specifieke feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een gegronde wraking van mr. Beswerda. In plaats daarvan was de onderbouwing van het verzoek gebaseerd op algemene beschuldigingen van onnauwkeurigheid en doelredeneringen in eerdere uitspraken van het hof, zonder deze te koppelen aan de betrokkenheid van mr. Beswerda. De wrakingskamer concludeerde dat verzoeker kennelijk het vertrouwen in het hof had verloren en dat de wet geen mogelijkheid biedt om een rechter te wraken enkel op basis van een dergelijk algemeen wantrouwen. Daarom werd het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en afgewezen zonder dat verzoeker ter zitting werd gehoord.

Uitspraak

Beschikking d.d. 25 februari 2016
Rekestnummer: 200.186.152/01
WAHV: 200.170.220
HET GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN, locatie Leeuwarden
Wrakingskamer
Beschikkingin de zaak tegen

[X] ,

wonende [a-straat] 16,
[Z] ,
verzoeker in het wrakingsincident.
Het verloop van de procedure
In de WAHV-zaak met nummer 200.170.220 heeft de enkelvoudige kamer van het hof op 19 februari 2016 zitting gehouden.
Bij brief van 22 februari 2016, ontvangen op 23 februari 2016, heeft verzoeker de wraking verzocht van de behandelend rechter (hetgeen het hof leest als raadsheer) in voornoemde zaak.
Ontvankelijkheid
De wrakingskamer stelt vast dat hetgeen verzoeker in zijn brief van 22 februari 2016 heeft aangevoerd, niet de conclusie kan dragen dat sprake is van een wettelijke grond voor wraking van een raadsheer van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Het verzoek is weliswaar gericht tegen de behandelend raadsheer - mr. Beswerda - maar verzoeker heeft niets aangevoerd omtrent hetgeen zich op of ter zake van de behandeling van die zaak heeft voorgedaan dat aanleiding zouden moeten geven tot wraking van mr. Beswerda.
Voor het overige is de toelichting op het verzoek beperkt tot beslissingen van dit hof die niet specifiek en uitsluitend zijn gedaan door mr. Beswerda. De onderbouwing van het verzoek is, naar het hof begrijpt, gebaseerd op de algemene stelling dat dit hof in de door verzoeker genoemde zaken, onjuiste uitspraken heeft gedaan, waarbij sprake zou zijn van onnauwkeurigheid en het gebruik van doelredeneringen. Dat verwijt is niet nader onderbouwd en is evenmin toegespitst op de betrokkenheid van mr. Beswerda bij die zaken, behoudens dat hij deel uitmaakt van het hof Arnhem-Leeuwarden. Klaarblijkelijk heeft verzoeker het vertrouwen in eenieder die aan dit hof verbonden is verloren en wenst hij thans een behandeling van zijn zaak door een niet aan dit hof verbonden raadsheer.
De wet voorziet evenwel niet in mogelijkheden om een dergelijke wens te honoreren. Wraking van een rechter of raadsheer is alleen mogelijk wanneer zich een van de daartoe in de wet genoemde gronden voordoet. Nu daaromtrent ten aanzien van mr. Beswerda elke feitelijke onderbouwing ontbreekt, moet het wrakingsverzoek kennelijk ongegrond worden geoordeeld. Om die reden zal de wrakingskamer het verzoek afwijzen zonder verzoeker ter zitting te horen.

De beslissing:

De wrakingskamer van het gerechtshof:
wijst af het verzoek tot wraking van mr. J.J. Beswerda.
Aldus gewezen door mrs. M.W. Zandbergen, voorzitter, J.H. Kuiper en mr. M.C. Fuhler, leden van de wrakingskamer, in tegenwoordigheid van mr. H. Akkerman, griffier.