ECLI:NL:GHARL:2016:1428
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Benoeming van voogdij en beëindiging van ouderlijk gezag in een jeugdzorgzaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de voogdij en het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarigen [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Overijssel, verzocht het hof om haar met het gezag te belasten, subsidiair om LJ&R of de GI tot voogdes te benoemen. De Raad voor de Kinderbescherming en de pleegmoeder stelden zich op het standpunt dat het gezag van de moeder beëindigd diende te worden en dat de GI tot voogdes benoemd moest worden. Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarigen sinds 2012 onder toezicht staan van de GI en dat zij sinds 2013 uit huis zijn geplaatst. De kinderen hebben herhaaldelijk aangegeven geen contact te willen met de moeder en hebben een sterke voorkeur voor de pleegmoeder als voogdes. Het hof heeft overwogen dat de belangen van de kinderen voorop staan en dat de stabiliteit en continuïteit in hun opvoedingssituatie gewaarborgd moet worden. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het ouderlijk gezag van de moeder is beëindigd en de pleegmoeder tot voogdes is benoemd.