Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep, verder te noemen: verzoekster,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de benoeming van een opvolgend bewindvoerder voor verzoekster, die onder bewind is gesteld vanwege haar financiële situatie. De kantonrechter had eerder Nederlandse Budgetcentrale BV benoemd als bewindvoerder, maar deze werd per 15 mei 2015 ontslagen en [verweerster] werd benoemd. Verzoekster is in hoger beroep gekomen tegen deze beslissing, met de stelling dat zij de voorkeur heeft voor [A.] als bewindvoerder. Het hof heeft de procedure in hoger beroep behandeld, waarbij verzoekster en de betrokken partijen zijn verschenen. Tijdens de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat verzoekster financieel afhankelijk is van [A.], wat het hof aanleiding geeft om af te wijken van de wettelijke voorkeur voor de benoeming van de bewindvoerder. Het hof oordeelt dat het noodzakelijk is dat een onafhankelijke derde als bewindvoerder wordt aangesteld, om de belangen van verzoekster te waarborgen. De grieven van verzoekster falen, en het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de kantonrechter.