ECLI:NL:GHARL:2016:10668

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 mei 2016
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-005831-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake belediging van een ambtenaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1986 en wonende te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 13 oktober 2015, waarin hij was veroordeeld voor belediging van een ambtenaar. De tenlastelegging betrof het opzettelijk beledigen van een agent door beledigende woorden te uiten, waaronder "kankerlijer" en "ik neuk je moeder", tijdens de rechtmatige uitoefening van zijn functie. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het hof tot de conclusie kwam dat de verdachte opzettelijk beledigende woorden had geuit tegen de agent. Het hof heeft het verweer van de raadsman verworpen, die stelde dat de verdachte op een afstand van 50 meter had geschreeuwd en dat er geen opzet was op belediging. Het hof oordeelde dat de gebruikte woorden op zichzelf beledigend waren en gericht waren tegen de agent, waardoor het opzet op belediging vaststond. De verdachte werd schuldig bevonden aan eenvoudige belediging van een ambtenaar en kreeg een geldboete van € 400,00 en 8 dagen hechtenis opgelegd. Daarnaast werd de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf gelast, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit had schuldig gemaakt. Het hof heeft de toepasselijke wettelijke voorschriften uit het Wetboek van Strafrecht in acht genomen en de uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en de advocaat-generaal.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-005831-15
Uitspraak d.d.: 9 mei 2016
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 13 oktober 2015 met parketnummer 16-142855-15 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 16-222607-13, in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 april 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. M.J.A. Bakker, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 17 juli 2015 te Utrecht, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [verbalisant], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid en in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden: "kankerlijer", "je kankermoeder" en "ik neuk je moeder", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
De raadsman heeft aangevoerd dat verdachte iets heeft geroepen op een afstand van 50 meter van de betreffende agent en dat hij dit deed om zijn frustratie te uiten. Het opzet op de belediging ontbreekt derhalve, aldus de raadsman. Het hof verwerpt het verweer. De door verdachte gebezigde woorden, die niet alleen door [verbalisant] maar ook door andere verbalisanten zijn gehoord, hebben immers op zichzelf genomen een beledigend karakter. Zij zijn gericht gebruikt tegen de betrokken agent en hebben daarmee de strekking deze agent aan te randen in zijn eer en goede naam. Omstandigheden waardoor dit beledigende karakter aan de uitlatingen van verdachte zou komen te ontvallen zijn niet aannemelijk geworden. Gelet hierop kan het niet anders dan dat verdachte opzet heeft gehad om de agent te beledigen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks17 juli 2015 te Utrecht, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [verbalisant], gedurende
en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in diens tegenwoordigheid en in het openbaar mondeling heeft toegevoegd de woorden: "kankerlijer", "je kankermoeder" en "ik neuk je moeder",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte en zijn draagkracht, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Anders dan de raadsman is het hof van oordeel dat de wijze waarop verdachte is aangehouden, geen aanleiding vormt om hiermee bij de bepaling van de strafmaat rekening te houden.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 4 februari 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 dagen, parketnummer 16-222607-13. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14g, 14h, 14i, 14j, 23, 24, 24c, 266 en 267 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
geldboetevan
€ 400,00 (vierhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
8 (acht) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 4 februari 2014, parketnummer 16-222607-13, te weten van: een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) dagen.
Aldus gewezen door
mr. J.P. Bordes, voorzitter,
mr. J.W. Rijkers en mr. M.M.L.A.T. Doll, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. I.I.D. Leene, griffier,
en op 9 mei 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 9 mei 2016.
Tegenwoordig:
mr. F.A.M. Bakker, voorzitter,
mr. A.A. Schut, advocaat-generaal,
mr. C.J. Broersma, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.