ECLI:NL:GHARL:2016:10655

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 maart 2016
Publicatiedatum
2 mei 2017
Zaaknummer
21-002265-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake poging tot diefstal met braak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 22 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte, geboren in 1995, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 10 april 2015. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte was beschuldigd van poging tot diefstal in vereniging, gepleegd op 8 augustus 2014 te Utrecht. De tenlastelegging omvatte het voorgenomen misdrijf om goederen weg te nemen uit een schuur, waarbij de verdachte en zijn medeverdachten zich toegang probeerden te verschaffen door middel van braak.

Tijdens de zitting op 8 maart 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord en kennisgenomen van de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. A.M.C.J. Baaijens. Het hof heeft vastgesteld dat het bewijs voor de poging tot diefstal overtuigend was, en heeft de verdachte schuldig bevonden aan het primair tenlastegelegde. De verdachte is niet vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten.

Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. Het hof heeft een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en bijzondere voorwaarden zoals reclasseringstoezicht en een meldplicht. De beslissing is genomen op basis van de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002265-15
Uitspraak d.d.: 22 maart 2016
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 10 april 2015 met parketnummer 16-661083-15 in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1995,
wonende te [woonplaats].

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 8 maart 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. A.M.C.J. Baaijens, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
Primairhij op of omstreeks 8 augustus 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende bij een woning gelegen aan de [a-straat 1] weg te nemen goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot die schuur te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s)
-
aangebeld bij die woning teneinde te controleren of de bewoner(s) thuis was/waren en/of
-
een deur van de schutting van de tuin waarin die schuur gelegen is geforceerd, althans opengetrapt en/of
-
een koevoet, althans een breekvoorwerp, geplaatst tussen de deur en het deurkozijn van die schuur,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;Subsidiair[betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] op of omstreeks 8 augustus 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met elkaar, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende bij een woning gelegen aan de [a-straat 1] weg te nemen goederen van hun/zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan [betrokkene 1], in elk geval aan een ander of anderen dan [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of aan verdachte en zich daarbij de toegang tot die schuur te verschaffen en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/of hebbende, [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3]
-
aangebeld bij die woning teneinde te controleren of de bewoner(s) thuis was/waren en/of
-
een deur van de schutting van de tuin waarin die schuur gelegen is geforceerd, althans opengetrapt en/of
-
een koevoet, althans een breekvoorwerp, geplaatst tussen de deur en het deurkozijn van die schuur,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 8 augustus 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement Midden-Nederland, en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door opzettelijk
-
[betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] per auto naar die woning, althans de omgeving van die woning, te vervoeren en/of
-
[betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] naar die woning te vergezellen en/of
-
samen met [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] voor de voordeur van die woning te staan toen [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] aanbelden bij die woning en/of
-
ten behoeve van [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] op de uitkijk te staan.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

Het hof is van oordeel dat het door en namens verdachte gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van het primair tenlastegelegde wordt weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij opof omstreeks8 augustus 2014 te Utrecht,althans in het arrondissement Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte en/ofzijn medeverdachte(n)voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging meteen ander ofanderen,althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een schuur behorende bij een woning gelegen aan de [a-straat 1] weg te nemen goederen van hun/zijngading,geheel of ten deletoebehorende aan [betrokkene 1],in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)en zich daarbij de toegang tot die schuur te verschaffenen/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te brengendoor middel van braaken/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel,
tezamen en in vereniging meteen ander ofanderen,althans alleen,als volgt heeft gehandeld:
zijnde en/ofhebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van)zijn mededader(s)
-
aangebeld bij die woning teneinde te controleren of de bewoner(s) thuis was/waren en/of
-
een deur van de schutting van de tuin waarin die schuur gelegen is geforceerd, althans opengetrapten/of
-
een koevoet,althans een breekvoorwerp,geplaatst tussen de deur en het deurkozijn van die schuur,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het primair bewezen verklaarde levert op:
Poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Het hof heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen -en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een deels onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden- de navolgende omstandigheden.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een poging tot inbraak. Een dergelijk feit veroorzaakt schade en overlast.
Bij de strafbepaling heeft het hof acht geslagen op de rapportages die omtrent (de persoon van) verdachte zijn opgemaakt door Reclassering Nederland. Uit het rapport van de reclassering van 15 januari 2016 volgt dat verdachte zich in een negatief sociaal netwerk bevindt en dat hij staat gelabeld als negatief kopstuk van een overlastgevende groep. Risicofactoren ziet de reclassering met name in het sociale netwerk, zijn matige financiële situatie en het ontbreken van een startkwalificatie- en concreet toekomstplan. De reclassering acht gezien de geconstateerde risicofactoren een reclasseringstoezicht geïndiceerd. Geadviseerd wordt aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarde een meldplicht.
Alles afwegende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan één maand voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en een meldplicht, passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
1 (één) maand, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.

Stelt als bijzondere voorwaarden:

- dat verdachte zich binnen een werkdag volgend op de datum van het onherroepelijk worden van het arrest zal melden bij Reclassering Nederland te Utrecht (Vivaldiplantsoen 200) en zich vervolgens gedurende het reclasseringstoezicht zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- dat verdachte zich gedurende de proeftijd stelt onder het toezicht van Reclassering Nederland te Utrecht en zich gedraagt naar de voorschriften en aanwijzingen door deze instelling te geven.
Draagt voornoemde instelling op toezicht te houden op de naleving van deze voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door
mr. M. Keppels, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.E. van Wees, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.D. Mavus-ten Elshof, griffier,
en op 22 maart 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Proces-verbaal van het in dezelfde zaak voorgevallene ter openbare terechtzitting van het gerechtshof van 22 maart 2016.
Tegenwoordig:
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen, voorzitter,
mr. T.C. Pastoor, advocaat-generaal,
mr. A.B. de Wit, griffier.
De voorzitter doet de zaak uitroepen.
De verdachte is niet in de zaal van de terechtzitting aanwezig.
De voorzitter spreekt het arrest uit.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzitter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.