Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de betrokkene onder curatele is gesteld. De betrokkene, een 22-jarige vrouw met een licht verstandelijke beperking en een geestelijke stoornis, is eerder onder bewind en mentorschap gesteld. De moeder van de betrokkene was benoemd als bewindvoerder en mentor. De moeder heeft verzocht om de omzetting van de onderbewindstelling en het mentorschap naar curatele, wat door de kantonrechter is toegewezen. De betrokkene is in hoger beroep gekomen en verzoekt de beschikking te vernietigen, met het argument dat de bestaande beschermingsmaatregelen voldoende zijn.
Tijdens de zitting van het hof is naar voren gekomen dat de betrokkene kwetsbaar is en dat er zorgen zijn over haar sociale contacten, met name met een oudere man met een drugsverleden. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene niet in staat is haar belangen behoorlijk waar te nemen en dat de bestaande maatregelen niet voldoende bescherming bieden. De moeder heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek van de betrokkene om haar als curator te ontslaan, maar het hof oordeelt dat de zorgen van de ouders over de betrokkene gerechtvaardigd zijn. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kantonrechter en compenseert de kosten van het hoger beroep, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.