Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
beslissing op verzoek ex artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
29 november 2016 namens [appellant] om een kennelijke schrijffout in het arrest van
8 november 2016 te verbeteren. Volgens [appellant] is sprake van een kennelijke verschrijving nu ontbreekt dat de bankgarantie voor een bepaalde duur, bijvoorbeeld veertien of dertig dagen, na het eindarrest geldig is. [appellant] voegt daaraan toe dat indien de bankgarantie immers slechts voor de duur van het geding geldig is, een strikte uitleg ervan zou kunnen betekenen dat de bankgarantie eindigt op het moment van het wijzen van het eindarrest en dat het dan zo kan zijn dat de bankgarantie alsdan niet meer ingeroepen kan worden, omdat het eindarrest niet eerder dan een dag na het wijzen ervan ontvangen kan zijn. Volgens [appellant] is er dan geen sprake meer van “voor de duur van het geding”. Er is sprake van een kennelijke verschrijving in die zin dat abusievelijk en kennelijk verzuimd is om aan te geven dat de bankgarantie ook nog voor een periode X na het eindarrest geldt, hetgeen noodzakelijk is om zekerheid te hebben, aldus [appellant] .