ECLI:NL:GHARL:2016:10570

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 december 2016
Publicatiedatum
30 december 2016
Zaaknummer
200.181.811t herstel
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelarrest inzake geldigheidsduur bankgarantie en kennelijke schrijffout in arrest

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 december 2016 een herstelarrest gewezen naar aanleiding van een verzoek van de appellant, vertegenwoordigd door mr. C. van der Mark. De appellant verzocht om een kennelijke schrijffout in een eerder arrest van 8 november 2016 te corrigeren. De appellant stelde dat in het arrest niet was vermeld dat de bankgarantie voor een bepaalde duur, bijvoorbeeld veertien of dertig dagen, na het eindarrest geldig zou zijn. Dit zou kunnen leiden tot een situatie waarin de bankgarantie niet meer ingeroepen kan worden, omdat deze zou eindigen op het moment van het wijzen van het eindarrest. De appellant betoogde dat dit een kennelijke verschrijving was die gecorrigeerd diende te worden om de beoogde zekerheid te waarborgen.

De geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. D.C. Theunis, heeft gereageerd op het verzoek en geconcludeerd dat er geen sprake was van een kennelijke verschrijving. Het hof heeft echter geoordeeld dat er wel degelijk sprake was van een kennelijke fout die eenvoudig hersteld kon worden. Het hof heeft vastgesteld dat de in het tussenarrest genoemde bankgarantie zinledig zou zijn na het wijzen van het eindarrest, indien deze zou eindigen op het moment van het wijzen van het arrest. Het hof heeft daarom besloten om de tekst te wijzigen, zodat de bankgarantie ook geldig blijft voor een periode van veertien dagen na de datum van het eindarrest.

De verbetering is aangebracht op de minuut, terwijl het arrest verder in stand blijft, inclusief de datum van uitspraak. Dit herstelarrest is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.181.811
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht: 366179)

beslissing op verzoek ex artikel 31 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Het hof heeft in de zaak [appellant] / [geïntimeerde] op 8 november 2016 arrest gewezen.
Het hof heeft kennis genomen van een verzoek van mr. C. van der Mark bij brief van
29 november 2016 namens [appellant] om een kennelijke schrijffout in het arrest van
8 november 2016 te verbeteren. Volgens [appellant] is sprake van een kennelijke verschrijving nu ontbreekt dat de bankgarantie voor een bepaalde duur, bijvoorbeeld veertien of dertig dagen, na het eindarrest geldig is. [appellant] voegt daaraan toe dat indien de bankgarantie immers slechts voor de duur van het geding geldig is, een strikte uitleg ervan zou kunnen betekenen dat de bankgarantie eindigt op het moment van het wijzen van het eindarrest en dat het dan zo kan zijn dat de bankgarantie alsdan niet meer ingeroepen kan worden, omdat het eindarrest niet eerder dan een dag na het wijzen ervan ontvangen kan zijn. Volgens [appellant] is er dan geen sprake meer van “voor de duur van het geding”. Er is sprake van een kennelijke verschrijving in die zin dat abusievelijk en kennelijk verzuimd is om aan te geven dat de bankgarantie ook nog voor een periode X na het eindarrest geldt, hetgeen noodzakelijk is om zekerheid te hebben, aldus [appellant] .
[geïntimeerde] is in de gelegenheid gesteld op dit verzoek te reageren. [geïntimeerde] heeft bij brief van 30 november 2016 van mr. D.C. Theunis geconcludeerd dat van een kennelijke verschrijving geen sprake is en dat het (kennelijke) verzoek van [appellant] tot aanvulling of verbetering van het arrest moet worden afgewezen.
Het hof is van oordeel dat sprake is van een kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent en wijst het verzoek toe. Voor partijen en derden is immers direct duidelijk dat van een vergissing sprake is, omdat de in het tussenarrest genoemde bankgarantie zinledig zou zijn na het wijzen van het eindarrest, indien die bankgarantie zou eindigen op het moment van het wijzen van het arrest. Het hof heeft kennelijk abusievelijk verzuimd aan te geven dat de bankgarantie ook nog een periode na het eindarrest moet gelden, hetgeen noodzakelijk is om de beoogde zekerheidstelling te bieden. Gelet daarop zal het hof het volgende bepalen.
Het hof bepaalt dat waar “voor de resterende duur van het hoger beroep” staat dit wordt gewijzigd in “voor de resterende duur van het hoger beroep tot en met veertien dagen na de datum van het eindarrest“.
Deze verbetering wordt aangebracht op de minuut.
Voor het overige blijft het arrest, ook wat betreft de datum van uitspraak, geheel in stand.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.A. Dozy, C.J.H.G. Bronzwaer en A.E.B. ter Heide, en is in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 27 december 2016.