Uitspraak
1.[appellant] ,
[appellant],
[appellante],
eisers in het incident,
[appellanten] c.s.,
verweerster in het incident.
Actium,
1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
2 april 2013, overgelegd, afkomstig van hun vorige verhuurder Woonborg. Vanaf
17 april 2012 huurden zij van Woonborg de woning aan de [b-straat] 86 te [A] . Daaraan voorafgaand huurde [appellanten] met een persoon met de achternaam [appellant] - partijen verschillen van mening over de vraag of het [appellant] betreft of een andere persoon met dezelfde achternaam - de woning aan de [c-straat] 9 te [C] van Woonborg.
"Heeft de huurder overlast veroorzaakt? ja x nee
"Met betrekking tot de aan [appellant] en [appellante] afgegeven (negatieve) verhuurdersverklaring d.d. 2 april 2013 en de stelling van [appellant] en [appellante] dat Woonborg op 8 augustus 2013 een tweede (positieve) verhuurdersverklaring heeft afgegeven het volgende.Op 2 april 2013 kwam het verzoek om een verhuurdersverklaring af te geven door de Fam. [appellant] , [b-straat] 86 te [A] .Mijn collega [F] heeft deze verklaring behandeld en de verhuurdersverklaring afgegeven met daarom een aantal aantekening, zoals het feit dat dat in het verleden sprake is geweest van huurachterstand en [appellant] en [appellante] (ernstige en langdurige) overlast hebben veroorzaakt op het adres aan de [b-straat] 86 ook is sprake geweest van bedreiging en intimidatie. Hiervan heeft Woonborg een dossier en ook een aantal rapporten en aangiftes van de Fam. [G] , de naaste buren van de Fam. [appellant] en [appellante] .De verhuurdersverklaring is 1 keer afgegeven. Het betreft een negatieve verhuurdersverklaring.Woonborg geeft nooit meer dan 1 verhuurdersverklaring af.De 2e (positieve) verhuurdersverklaring die volgens [appellant] en [appellante] is afgegeven is dan ook niet door Woonborg afgegeven.Woonborg heeft ook de op 2 april afgegeven verhuurdersverklaring nadien niet digitaal veranderd en opnieuw afgestempeld.Er is maar 1 verhuurdersverklaring en dat is de negatieve verhuurdersverklaring afgegeven door [F] op 2 april 2013.Wat betreft de datum op de tweede verhuurdersverklaring: dit is de datum wanneer het document is uitgeprint.Als het document vandaag wordt uitgeprint staat de datum 18 november 2013 etcetera."
"De verhuurdersverklaring is afgegeven op dinsdag 2 april 2013. Ik heb deze verhuurdersverklaring opgesteld.Als een huurder een verhuurdersverklaring aanvraagt, doe ik (of een collega) navraag bij de afdeling incasso en de afdeling overlast/klachten. Naar aanleiding van de informatie die wij van de afdelingen krijgen, stellen wij de verhuurdersverklaring op, wordt deze gestempeld, van dagtekening voorzien, ondertekend en gearchiveerd in het dossier.Uit navraag bleek in dit geval dat er bij [appellant] en [appellante] in het verleden sprake is geweest van een huurachterstand en [appellant] en [appellante] overlast hebben veroorzaakt.Deze informatie heb ik verwerkt in de opgestelde en afgegeven verhuurdersverklaring. Dit is dus een negatieve verhuurdersverklaring.Wij geven nooit 2x een verhuurdersverklaring af.Dat kan ook niet.Na afgifte van en verhuurdersverklaring kan een andere collega niet nog een verklaring afgeven, omdat hij kan zien in het dossier dat er onlangs een verhuurdersverklaring is afgegeven."
"De verhuurdersverklaring zoals afgegeven aan de Fam. [appellant] [appellante] op 2 april 2013 is het origineel. De aanmaakdatum is dan ook niet 3 april 2013 zoals [appellant] en [appellante] stellen, de datum 3 april 2013 in de schermprint laat zich eenvoudig verklaren, nadat het origineel is afgegeven gaat de gekopieerde versie naar de afdeling post en archief waar deze op een later tijdstip wordt gescand in het dossier. Meestal gebeurt dit een dag na uitgifte, vandaar dat op de uitgeprinte versie een datum staat die niet correspondeert met het origineel. Dit verklaart waarom in de schermprint de datum 3 april 2013 staat, zijnde de datum waarop de gekopieerde versie van de verhuurdersverklaring in het dossier is gescand."
3.Procedure in eerste aanleg
4.Bespreking van de grieven
grief 1bij gebrek aan belang.
Overigens is het antwoord op de door [appellanten] c.s. opgeworpen vraag van geen enkel belang voor de beslechting van het geschil tussen partijen.
Grief 2faalt dan ook bij gebrek aan belang. Overigens miskent de grief dat er geen rechtsregel is die de rechter verplicht alle door de ene partij gestelde en door de andere partij erkende of niet weersproken feiten als vaststaand in de uitspraak te vermelden. Het staat de rechter vrij uit de tussen partijen vaststaande feiten die selectie te maken welke hem voor de beoordeling van het geschil relevant voorkomt. Ook om die reden is de grief ongegrond.
grieven III en IVkomen [appellanten] c.s. op tegen het oordeel van de kantonrechter dat het beroep op dwaling slaagt. De grieven strekken, naar het hof begrijpt, ertoe dit oordeel in volle omvang aan het hof voor te leggen.
Actium heeft gesteld dat de door Woonborg aan [appellanten] c.s. afgegeven verklaring op cruciale onderdelen verschilt van de door [appellanten] c.s. aan haar overhandigde verklaring. Zo zijn de beide genoemde vragen met "ja" beantwoord (dus: wel een huurschuld in het verleden en wel overlast) en bevat deze verklaring een toelichting, weergegeven in rechtsoverweging 2.5, waarbij voor vragen over overlast wordt verwezen naar de heer [D] .
van
dinsdag 10 januari 2017, waarna dag en uur van het verhoor (ook indien voormelde opgave van een of meer van partijen ontbreekt) door de raadsheer-commissaris zullen worden vastgesteld;
27 december 2016.