Uitspraak
C/07/185805/HL ZA 11-651)
1.Maatschap J.A. Janse, A.J. Janse en J.A. Janse Nagele B.V.,
2. Johannis Andries Janse,
3. Adriaan Johannis Janse,
4. J.A. Janse Nagele B.V.,
eisers in zaak met rolnummer 11-651,
Janse,
gedaagde in zaak met rolnummer 11-651,
Kampstaal,
1.Het verdere verloop van geding in hoger beroep
1.2 Vervolgens hebben partijen opnieuw arrest gevraagd en heeft het hof arrest bepaald.
2.De feiten en de bespreking van de grieven 1 en 2
grief 1over dat de rechtbank eraan voorbij ziet dat het in de in rechtsoverweging 3.7 van het vonnis opgenomen tekeningen en het citaat (overgenomen uit paragraaf 4.3 van 'Kwaliteitsrichtlijn Metalen Gevels en Daken' versie 2010.01 van de brancheverenigingen Dumebo DWS en MDG, hierna: de Kwaliteitsrichtlijn) niet gaat om dampdichtheid maar om waterdichtheid, namelijk de regenbelasting in de (veel lichtere) klasse B15. Janse voegt daaraan toe dat de door Kampstaal gebouwde constructie niet alleen waterdicht maar ook dampdicht moet zijn omdat het hier om een koelhuis gaat.
Daar komt bij dat de rechtbank de tekeningen en het citaat in rechtsoverweging 3.7 – waarvan Janse niet heeft gesteld dat deze onjuist zijn weergegeven – niet heeft geduid als betrekking hebbend op ‘dampdichtheid’. Immers, voorafgaand aan het betreffende citaat heeft de rechtbank overwogen:
‘Ten aanzien vande waterdichtheid[onderstreping door het hof]
van de sandwichpaneel-constructies vermeldt de Kwaliteitsrichtlijn (paragraaf 4.3) dat:.....’
6e termijn (€ 20.000,-) bij oplevering.
De Metaalunievoorwaarden houden onder meer het volgende in:
Artikel 12: Oplevering van het werk12.1 Het werk wordt als opgeleverd beschouwd wanneer:a. opdrachtgever het werk heeft goedgekeurd;b. het werk door opdrachtgever in gebruik is genomen. Neemt opdrachtgever een deel van het werk in gebruik dan wordt dat deel als opgeleverd beschouwd;(…)Artikel 13: Aansprakelijkheid13.1 Opdrachtnemer is aansprakelijk voor schade die opdrachtgever lijdt en die het rechtstreeks en uitsluitend gevolg is van een aan opdrachtnemer toe te rekenen tekortkoming. Voor vergoeding komt echter alleen in aanmerking de schade waartegen opdrachtnemer verzekerd is, dan wel redelijkerwijs verzekerd had behoren te zijn.(…)13.3 Niet voor vergoeding in aanmerking komt:a. bedrijfsschade waaronder bijvoorbeeld stagnatieschade en gederfde winst. Opdrachtgever dient zich desgewenst tegen deze schade te verzekeren;(…)Artikel 14: Garantie14.1 Opdrachtnemer staat voor een periode van zes maanden na (op)levering in voor [G] uitvoering van de overeengekomen prestatie.14.2 Bestaat de overeengekomen prestatie uit aanneming van werk dan staat opdrachtnemer voor de in lid 1 genoemde periode in voor de deugdelijkheid van de geleverde constructie en de gebruikte materialen, mits hij vrij was in de keuze daarvan.Als blijkt dat de geleverde constructie en/of het gebruikte materiaal niet deugdelijk zijn, zal opdrachtnemer deze herstellen of vervangen. De delen die bij opdrachtnemer vervangen worden moeten franco aan opdrachtnemer worden toegezonden. Demontage en montage van deze delen en de eventueel gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van opdrachtgever.(…)14.8 Opdrachtgever kan alleen een beroep doen op garantie nadat hij aan al zijn verplichtingen ten opzichte van opdrachtnemer heeft voldaan.(…)
Kettlitz heeft – kort samengevat – geadviseerd om ter oplossing van het probleem van condensatie ter plaatse van de dak- en gevelpanelen de voegen en overige aansluitingen aan zowel de binnen- als de buitenzijde af te kitten. DLV heeft geen advies gegeven over de methode van herstel, maar heeft wel aangegeven dat zij de voorgestelde methode van kitten onvoldoende acht.
[D] , werkzaam bij BOA Geveladvies, (hierna: [D] ). [D] heeft op 5 november 2012 rapport van zijn bevindingen uitgebracht. Op de vraag of Kampstaal de werkzaamheden goed heeft uitgevoerd, heeft [D] onder meer geantwoord:
‘Montage gevelpanelen
‘Werkzaamheden gevelpanelen
‘1. Aanbrengen van kitvoegen aan de binnen- en buitenzijde van de gevelpanelen
‘De dakpanelen aan de bovenzijde van de dakconstructie zijn in meer of mindere mate scheef
Voor een uitvoerige weergave van de inhoud van de verschillende rapporten, brieven en
e-mails verwijst het hof naar het vonnis van de rechtbank van 18 december 2013 (rechtsoverweging 3.6 e.v).
‘Conclusie
‘De kistenberging voldoet nu aan de erop van toepassing zijnde brandveiligheidseisen. Uit de namens u door buro Appel overgelegde vuurlastberekening blijkt de kistenberging als een brandcompariment opgevat te kunnen worden. Wel dient dan de scheiding tussen de kistenberging en de bestaande loods 60 minuten brandwerend te zijn.Dat laatste is het geval: gaten in de wand zijn dichtgezet met steenwol en afgedekt met brandwerende beplating en leidingdoorvoeren zijn op adequate wijze brandwerend afgedicht. Het platte dak nabij de scheiding is met brandwerende beplating betimmerd.’
29 augustus 2014 onder meer bericht:
‘(…) Inmiddels zijn de herstelwerkzaamheden afgerond, uw onderaannemers zijn
‘De door de Rechtbank aan Kamplacon opgedragen werkzaamheden conform het
1. Triflex is bij uitstek een geschikt materiaal om aansluitingen, ook die onderhevig zijn aan
‘In het dak zijn stukken opgelijmd om het dak waterdicht te maken. Bij deze opname is vocht in de aansluiting zichtbaar.’
‘Op de naden zijn stukken aangebracht om het dak waterdicht te maken. Onder het materiaal zijn temperatuur verlagingen zichtbaar. Dit duidt op ingesloten vocht. Bij een temperatuurswisseling zal deze aansluiting door de zetting van het materiaal stukgedrukt worden.’Verder is over de staat van het dak onder meer het volgende opgemerkt:
‘a) Het dak is niet correct aangebracht en ligt niet in één lijn.b) Bij de overlappende delen zijn stroken aangebracht om de aansluiting waterdicht te maken. Dit is een zeer amateuristische oplossing die geen duurzame oplossing voor dit probleem biedt.c) Het dak is voorzin van een opgeplakte rand om te zorgen dat het dak waterdicht blijft. Dit is geen duurzame oplossing. Bij temperatuurswisselingen wordt deze aansluiting open gedrukt.d) Op de opgeplakte strook is weer een extra stuk opgeplakt. Een oplossing als deze op een nieuw aangebracht dak is eigenlijk te gek voor woorden. Dit voldoet aan geen enkele norm en is geen oplossing voor meerdere decennia.’
3.Het geschil en de beslissing van de rechtbank
‘bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
‘bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
De vorderingen van Janse zijn afgewezen. Janse is in beide zaken in de proceskosten veroordeeld.
4.Wijziging van eis
‘bij arrest en voor zo veel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, het vonnis van de rechtbank Midden Nederland, tussen partijen gewezen op 18 december 2013 onder rolnummers C/07/185514/HLZA 11-608 en C/07/185805 /HA ZA 11-651, te vernietigen en opnieuw rechtdoende (…)geïntimeerde, de besloten vennootschap Kampstaal B.V., te veroordelen tot:
, verhoogd met de wettelijke handelsrente daarover sedert 1 januari 2014 tot de dag der algehele voldoening.
5.De beoordeling van de overige grieven
Grief 5is gericht tegen het in r.o. 5.14 vervatte oordeel van de rechtbank dat Janse zich niet op een opschortingsrecht mocht beroepen omdat niet was komen vast te staan dat er voorafgaand aan die opschorting sprake was van enige niet nakoming aan de kant van Kampstaal.
Grief 6houdt in dat de rechtbank ten onrechte het oordeel van de door haar benoemde deskundige [D] over (het kitten van) de gevelpanelen heeft gevolgd (r.o. 5.10 van het vonnis).
Grief 7is gericht tegen het in r.o. 5.12 vervatte oordeel van de rechtbank dat Janse haar stelling dat Kampstaal wanprestatie heeft gepleegd door het dak niet uit te voeren in brandwerend materiaal, onvoldoende heeft onderbouwd.
Grief 8houdt in dat de rechtbank in navolging van [D] ten onrechte de bestaande constructie en slordige uitvoering tot uitgangspunt heeft genomen bij de voorgestelde aanpassingen die tot dampdichtheid zouden moeten leiden. Vervanging van dak- en gevelpanelen is ook na de door Kampstaal verrichte herstelwerkzaamheden nog noodzakelijk omdat het pand niet dampdicht is, er water zit opgesloten tussen de dakpanelen, het dak na november 2014 nog heeft gelekt – waarbij onduidelijk is of het om regen- of condenswater gaat –, de isolatiekernen niet goed aansluiten waardoor de overeengekomen isolatiewaarde niet wordt gehaald, er goedkope kit is aangebracht in drie-vlaks hechting in plaats van de voorgeschreven twee-vlaks hechting en de dakpanelen gevuld zijn met PUR waardoor deze onvoldoende brandwerend zijn, aldus Janse.
De grieven lenen zich voor een gezamenlijke bespreking. Daarbij zal het hof eerst ingaan op het contractuele kader omdat partijen daarover van mening verschillen.
Contractueel kader
Kampstaal heeft een en ander gemotiveerd betwist. Zij heeft aangevoerd dat de bouwvergunning met bijbehorende voorschriften en tekeningen haar pas aan het eind van de procedure in eerste aanleg bekend is geworden en dat zij bij de aanvraag van die vergunning ook niet betrokken is geweest. Met de Testing Rules is Kampstaal niet bekend.
‘De volgens dit hoofdstuk door de leverancier te verstrekken materiaal-, productie- en eventuele toepassingsinformatie dient, waar mogelijk, te worden bepaald op basis van de Nederlandse/Europese regelgeving en relevante normen. Voor materialen c.q. producten en/of omstandigheden, waarin deze regelgeving en normen niet (afdoende) kan voorzien, en daar waar dit in genoemde documenten voorgeschreven is, moet gebruik worden gemaakt van relevante buitenlandse normen’.
Artikel 12 van de Metaalunievoorwaarden houdt onder meer het volgende in :
‘12.1 Het werk wordt als opgeleverd beschouwd wanneer:a. opdrachtgever het werk heeft goedgekeurd;b. het werk door opdrachtgever in gebruik is genomen. Neemt opdrachtgever een deel van het werk in gebruik dan wordt dat gedeelte als opgeleverd beschouwd;
6e termijn, de opleveringstermijn, pas op 7 november 2014, na uitvoering van de werkzaamheden volgens het rapport [D] , in rekening heeft gebracht.
Het verweer van Kampstaal dat er in week 44 en 45 van 2010 een feitelijke oplevering heeft plaatsgehad wordt dan ook verworpen.
-de voegen aan de buitenzijde van de gevels heeft voorzien van kit en niet van gewapende coating;
- de kit niet met een 2-vlakshechting maar met een 3-vlakshechting heeft aangebracht;
- aan de binnenzijde andere kit heeft toegepast dan voorgeschreven.
Kampstaal heeft gemotiveerd betwist dat zij andere kit heeft gebruikt dan voorgeschreven en dat de kit in 3-vlakshechting is aangebracht. Zij heeft in dat verband verwezen naar de e-mail van het kitbedrijf Groothuis B.V. van 29 april 2014, de verklaring van de producent van de kit, Otto Chemie van 10 september 2014 en de verklaring van Kettlitz van 20 oktober 2014 (producties 4, 5 en 6 bij mva). Janse heeft zijn stellingen ten aanzien van de kit en de wijze van aanbrengen daarvan mede gezien in het licht van het gemotiveerde verweer van Kampstaal, niet althans onvoldoende onderbouwd. Het hof verwerpt die stellingen dan ook en houdt het ervoor dat Kampstaal de werkzaamheden conform de aanbevelingen van [D] heeft verricht, gelijk Kettlitz in zijn verklaring van 20 oktober 2014 heeft bevestigd.
Beantwoordt de loods na het herstel aan de overeenkomst?
Volgens Janse is er ook nu nog sprake van de volgende gebreken:
(a) Kampstaal heeft nagelaten om vier brandcompartimenten te realiseren die een vuurbelasting van tenminste 30 minuten kunnen weerstaan voor 5800 kuubskisten;
(b) de gevelconstructie is niet dampdicht doordat de isolatiekernen van de sandwich gevelpanelen niet goed aansluiten ten gevolge van slordige montage en een fabrieksfout in de maatvoering van de gevelpanelen met te brede nokken en te smalle joints; de panelen zijn ook niet voorzien zijn van de vereiste CE-markering;
(c) de dakpanelen zijn scheef gelegd waardoor ook het dak niet dampdicht is en er zit vocht ingesloten tussen de dakpanelen.
(a) Brandcompartimenten
Aan het hof ligt thans de vraag ter beantwoording voor of het werk, na de door Kampstaal uitgevoerde werkzaamheden ter afronding en herstel van het werk, aan de overeenkomst beantwoordt.
Het hof zal die vraag eerst ten aanzien van de gevelconstructie en vervolgens ten aanzien van het dak beoordelen.
de gevelconstructieonvoldoende lucht- en dampdicht is doordat de sandwichpanelen ondeugdelijk zijn. De panelen zijn niet voorzien van de vereiste CE-markering (sticker) op het product en de isolatiekernen van de aan elkaar grenzende panelen sluiten niet goed aan. De panelen zelf isoleren wel, maar het zwakke punt zit in de wijze waarop ze gemonteerd zijn. Het kitten van de voegen en het coaten van de overlappingen van de dakpanelen is niet afdoende gebleken. Janse heeft onderzoek laten verrichten door [G] van Buildingdoctor.EU Services. [G] heeft op 5 maart 2015 luchtlekkages vastgesteld en heeft geconstateerd dat de gemeten koelcel daardoor niet voldoet aan de ATTMA-richtlijnen.
Als gevolg van de lekkages kan de isolatiewaarde van Rc=6,35m2K/w niet worden gehaald, zo blijkt uit het rapport van de heer [H] van M3C B.V. Kampstaal is aldus tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
In dat verband heeft zij het volgende aangevoerd. Het aanbrengen van een CE-markering op de panelen is pas op 1 juli 2013 verplicht geworden. Joris Ide, van wie Kampstaal de panelen betrokken heeft, had haar productieproces echter al vrijwillig gecertificeerd op het moment dat partijen de onderhavige overeenkomst aan zijn gegaan.
Er is ook geen sprake van fabricagefouten, maar van fabricagetoleranties. Kampstaal benadrukt dat de panelen voldoende tegen elkaar zijn gedrukt, zodat van een ondeugdelijke montage geen sprake is. Zoals ook uit het rapport van Kettlitz blijkt, is er bij dit soort panelen altijd sprake van enige luchtuitwisseling, reden waarom de panelen aanvullend afgekit moeten worden. Dat was onderdeel van de nog door Kampstaal uit te voeren werkzaamheden. Kampstaal is daar niet aan toe gekomen omdat Janse niet betaalde.
Janse heeft bij het aangaan van de overeenkomst geen eisen gesteld aan de damp- en luchtremmendheid van het gedeelte van het werk dat Kampstaal zou leveren en monteren.
Ten aanzien van de isolatiewaardes van de panelen heeft Janse wel eisen gesteld en die ook zijn opgenomen de overeenkomst. Janse stelt ten onrechte dat Kampstaal tekort is geschoten doordat het pand in zijn geheel niet aan een isolatiewaarde van Rc=6,35m2K/w voldoet. Janse heeft immers panelen met verschillende isolatiewaarden besteld en de isolatiewaarde van het pand als geheel is afhankelijk van meerdere factoren, zoals deuren, afdichtingen, vloer enzovoorts, allemaal zaken waarvoor Kampstaal niet verantwoordelijk was.
De onderzoeken die in opdracht van Janse zijn verricht, moeten buiten beschouwing worden gelaten, nu daarin wordt getoetst aan de Britse ATTMA-richtlijnen die niet van toepassing zijn op onderhavige overeenkomst en die veel strengere eisen stellen dan de Nederlandse normen. De ten deze toepasselijke Kwaliteitsrichtlijn geeft wel voorschriften over de lucht- en waterdoorlatendheid: er wordt verwezen naar de NEN-norm 3660/3661. Kampstaal stelt zich op het standpunt dat aan deze norm voldaan is, althans dat Janse niet heeft aangetoond dat niet voldaan wordt aan deze Nederlandse NEN-norm.
De stelling van Janse dat de panelen niet conform die normen zouden zijn gefabriceerd, stuit daarop af.
‘Montage gevelpanelen
‘Uit het oogpunt van luchtdoorlatendheid zijn hierbij geen toleranties gewenst, omdat in het paneel geen voorgecomprimeerd afdichtingsband aanwezig is. Een afwijking op de voegbreedte leidt in dat
‘In de kwaliteitsrichtlijn wordt gesproken over toleranties in de voegbreedte van + en – 2,5 mm. Deze tolerantie is echter bedoeld uit esthetisch oogpunt. In de zin van de richtlijn zijn de toleranties niet acceptabel.’
heeft, in antwoord op een daartoe door de rechtbank gestelde vraag, aangegeven dat die tekortkoming hersteld zou kunnen worden door – kort samengevat – het aanbrengen van kitvoegen aan de binnen- en buitenzijde van de gevelpanelen bij de voegen en andere aansluitingen. Kampstaal heeft benadrukt dat zij dat de voegen als normaal onderdeel van haar werkzaamheden zou afkitten.
Voor zover Janse heeft betoogd dat het aanbrengen van kitvoegen tussen de gevelpanelen zou neerkomen op ‘lapwerk’ verwerpt het hof dat standpunt. Uit de verschillende in het geding gebrachte rapportages en brieven ( [D] , Kettlitz, Joris Ide) blijkt immers genoegzaam dat het kitten van naden tussen sandwich gevelpanelen een gebruikelijke werkwijze is in het geval deze panelen in koelruimten worden toegepast. Ter gelegenheid van de comparitie van partijen in hoger beroep is dat ook niet langer door Janse betwist.
In de overeenkomst zelf zijn geen eisen gesteld aan de lucht- en dampdichtheid. Wel wordt vermeld dat de te leveren panelen aan bepaalde isolatiewaarden moeten voldoen. Zo worden er panelen voorgeschreven voor de dakconstructie (A) van het type: Rc>=6,35m2K/w en (B) van het type: 60/92, Rc=3,0m2K/w en voor de wandconstructie panelen van het type: 150-1120, Rc=6,3 m2K/w.
Partijen hebben ter gelegenheid van het pleidooi in hoger beroep desgevraagd verklaard dat voor het bepalen van de isolatiewaarde de panelen in gemonteerde staat moeten worden beschouwd. Janse heeft niet gesteld dat de panelen als zodanig niet aan de vereiste waarden voldoen, maar heeft geklaagd dat het pand als geheel niet aan een isolatiewaarde van
Rc=6,3 m2K/w voldoet. Janse verwijst in dat verband naar de bevindingen van [H] van M3C B.V., maar uit zijn verslag leidt het hof af dat hij slechts twee proefstukken heeft bemonsterd en niet ter plaatse de isolatiewaarde van het pand (of delen daarvan) heeft bepaald. Maar wat daarvan ook zij: uit de overeenkomst volgt niet dat Kampstaal – die panelen met verschillende isolatiewaarden moest leveren – dient in te staan voor een bepaalde isolatiewaarde van het pand als geheel. Dat ligt ook niet in de rede nu Kampstaal slechts verantwoordelijk was voor een deel van het werk en zij onweersproken heeft gesteld dat zij niet verantwoordelijk was voor het monteren van de deuren, het aanbrengen van de vloer en afdichtingen, zaken die mede van invloed zijn op de isolatiewaarde van een ruimte.
het dakheeft [D] het volgende geconstateerd:
‘Scheefstand van de dakpanelenEen aantal dakpanelen is in meer of mindere mate scheef gemonteerd. Uiteraard behoren de panelen recht te liggen. Op een enkele locatie liggen de panelen wel erg scheef ten opzichte van elkaar. Tijdens de montage had hier beter op moeten worden gelet en hadden correcties moeten worden uitgevoerd. In dat opzicht zijn de dakpanelen niet volgens goed vakmanschap gemonteerd. Toetsing aan de kwaliteitsrichtlijn is niet mogelijk omdat dit aspect niet is omschreven.
Het regenwater zit opgesloten tussen de dakpanelen en heeft een negatieve invloed op de levensduur van de panelen: het zal tot roestvorming en – in geval van bevriezing – tot mechanische schade leiden, aldus Janse.
Anders dan bij de gevelpanelen beperkten de door [D] voorgestelde herstelmaatregelen zich niet tot het (vooraf al voorziene) kitten van voegen, maar werden veel verdergaande maatregelen voorgeschreven, namelijk het aanbrengen van horizontale stroken coating over het dak. Dit kwam, zo blijkt uit de foto’s in het rapport van Kettlitz, de partijdeskundige van Kampstaal, van 20 oktober 2014 (productie 11 bij memorie van antwoord), letterlijk neer op ‘lapwerk’.
Tussen partijen staat vast dat de door [D] voorgestelde maatregelen bovendien niet afdoende zijn gebleken om de problemen van condensatie/lekkage te verhelpen, integendeel: na het aanbrengen van de coating bleek sprake van meerdere lekkages en inwatering van regenwater onder de aangebrachte coating, zo blijkt uit genoemd rapport van Kettlitz, waarvan de conclusies hiervoor in r.o. 2.26 zijn geciteerd.
Kampstaal heeft vervolgens op aangeven van Kettlitz nog meer kit en coating aangebracht en heeft gesteld dat er thans niet
opnieuwregenwater onder de coating kan komen. Wat daarvan zij – Janse heeft gesteld dat zich nog steeds lekkages voordoen waarvan niet duidelijk is of het om regenwater of condens gaat – dat laat onverlet dat er zich al een grote hoeveelheid water onder de coating had opgehoopt. Janse heeft immers onweersproken gesteld dat er zoveel water onder de coating zat dat het eruit gutste als je er een voet op zette en dat Kettlitz had verklaard dat hij nog nooit zoiets had gezien. Door vervolgens nog meer kit en coating aan te brengen op dit al natte dak, is dat vocht ingesloten in het dak, aldus Janse. Kampstaal heeft dat niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist; Kampstaal heeft op geen enkele wijze verklaard dat en hoe het aanbrengen van aanvullend kit en Triflex het probleem van het in het dak aanwezige water zou hebben opgelost. Het hof houdt het er, mede gelet op de thermografische opnamen die Building Doctor op 5 maart 2015 van dak heeft gemaakt, dan ook voor dat het water is opgesloten in het dak, zoals Janse stelt. Uit de door Janse aangehaalde publicatie van Kettlitz (productie 27 bij memorie van grieven) volgt dat het schadelijk is als er vocht in de aansluitingen tussen de dakpanelen zit opgesloten: langdurige vochtbelasting kan een zeer negatieve invloed hebben op de levensduur van de metalen delen van de panelen, aldus Kettlitz. Ook uit de bevindingen van Building Doctor, hiervoor geciteerd in r.o. 2.29 blijkt dat de door Kampstaal uitgevoerde herstelwerkzaamheden niet tot een duurzame oplossing van de problemen heeft geleid.
De verdere herstelwerkzaamheden die Kampstaal vervolgens nog heeft uitgevoerd – het aanvullend aanbrengen van Triflex of kit langs de randen van de eindoverlappen – komen neer op lapwerk aan het lapwerk en hebben geen oplossing geboden voor het probleem dat er water zit opgesloten in het dak. Het dak dat Kampstaal geleverd heeft, voldoet daarmee niet aan hetgeen Janse op grond van de overeenkomst van een nieuw dak mocht verwachten. Naar het oordeel van het hof heeft Janse in beginsel alsnog recht op vervanging van het dak. Of de edgepeeling een gevolg van het vocht is of slechts een veelvoorkomend esthetisch gebrek, kan dan verder in het midden blijven.
Vervanging dakpanelen disproportioneel?
In geval van een tekortkoming door de debiteur (Kampstaal) heeft de crediteur (Janse) in beginsel de keuze tussen nakoming, voor zover deze nog mogelijk is (dat wil hier zeggen het alsnog aanbrengen van een deugdelijk dak) en schadevergoeding in enigerlei vorm (in dit geval heeft Kampstaal zich bereid getoond tot het verrichten van aanvullende werkzaamheden subsidiair het betalen van een korting). De crediteur is evenwel niet geheel vrij in deze keuze, maar daarbij gebonden aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij mede de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij een rol spelen. Zulks komt bij voorbeeld tot uiting in art. 7:21 BW voor het geval een afgeleverde zaak niet aan de koopovereenkomst beantwoordt, alsmede in art. 7:759 BW voor het geval van aanneming van werk wanneer een werk na oplevering gebreken vertoont, en er is geen grond uit deze bepalingen af te leiden dat een overeenkomstige regel bij andere gevallen van aflevering van een ondeugdelijke zaak niet behoort te worden gehanteerd (Vergelijk Hoge Raad 5 januari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AA9311).
Van Janse kan niet worden verlangd dat zij genoegen neemt met aanvullende herstelwerkzaamheden of een korting van de aanneemsom.
Beroep op artikel 14.8 Metaalunievoorwaarden
Artikel 14 van de Metaalunievoorwaarden ziet op de situatie dat er in de periode
nadathet werk is opgeleverd een gebrek aan het licht komt. Enerzijds biedt die garantie de opdrachtgever een ruimere bescherming dan hem op grond van de algemene bepaling van artikel 13.1 van de Metaalunievoorwaarden toekomt (het enkele feit dat zich in die periode een gebrek openbaart, is voldoende voor een recht op herstel of vervanging zonder dat vereist is dat wordt aangetoond dat dit is toe te rekenen aan de opdrachtnemer), anderzijds is de garantie onderhevig aan een aantal beperkingen (zoals het hebben voldaan aan de verplichting tot betaling).
In dit geval gaat het niet om een gebrek dat pas na oplevering aan het licht is gekomen, maar reeds tijdens de werkzaamheden. Al voordat de werkzaamheden waren afgerond werd duidelijk dat Kampstaal in haar primaire verplichting om een deugdelijk dak te leveren tekort zou schieten. Op die situatie ziet artikel 14 niet.
Bevoegdheid tot opschorting
30 oktober 2010, naar aanleiding van de ontvangst van een betalingsherinnering voor de factuur van 14 oktober 2010, die zag op de aanlevering van de dakpanelen, te kennen heeft gegeven dat Kampstaal geen betalingsherinnering moest sturen omdat de dakpanelen scheef lagen en daar eerst over gesproken moest worden. Janse is niet tot betaling van deze factuur overgegaan en Kampstaal heeft Janse pas in februari 2011, nadat zij het werk had neergelegd, verdere facturen gestuurd. Uit hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van het dak, volgt dat Janse in oktober/november 2010 terecht een beroep op opschorting van haar betalingsverplichting ten aanzien van de haar op 14 oktober 2011 in rekening gebrachte
1e termijn van € 150.000,- bij aanvoer sandwich dakplaten heeft gedaan. De wijze waarop Kampstaal het dak monteerde, voldeed immers niet aan de eisen van goed vakmanschap en behoefde correctie. Anders dan Kampstaal doet voorkomen, ging het daarbij niet om aanvullende werkzaamheden die in het kader van de overeenkomst hoe dan ook nog zouden worden uitgevoerd, maar om herstel, hetgeen Kampstaal weigerde.
Kampstaal die het werk in januari 2011 heeft neergelegd omdat Janse genoemde factuur niet betaalde, heeft haar werkzaamheden dan ook ten onrechte opgeschort. Op betaling van de overige facturen ter zake van de 2e, 4e en 5e termijn, die zij Janse op 11 februari 2011 zond, kon zij toentertijd geen aanspraak maken omdat de werkzaamheden waarop deze termijnen zagen op dat moment nog niet gereed waren. Hetzelfde geldt voor de 6e termijn, de opleveringstermijn, die Kampstaal Janse op 7 november 2014 in rekening heeft gebracht, maar die Janse reeds ter uitvoering van het vonnis van de rechtbank had voldaan.
Tussenconclusie
Beroep op vernietiging c.q. buiten toepassing laten van exoneratiebedingen uit de Metaalunievoorwaarden
Janse heeft weliswaar gesteld het beding ‘onredelijk bezwarend’ te vinden, maar heeft die stelling in het geheel niet nader onderbouwd. Ook overigens heeft Janse niets gesteld dat tot vernietiging van het beding op grond van dit artikel zou kunnen leiden.
Slotsom
Het vonnis voor zover gewezen in de zaak met rolnummer 11-608 zal worden vernietigd voor zover Janse in het dictum sub 6.2 is veroordeeld tot betaling van contractuele rente. Ook het dictum sub 6.3 en 6.4 zal worden vernietigd. Het hof zal, in zoverre opnieuw rechtdoende, de vorderingen van Kampstaal afwijzen. Aan de veroordeling sub 6.1 en 6.2 voor het overige heeft Janse inmiddels voldaan en haar vordering strekt ook niet tot het ongedaan maken van die veroordelingen, zodat het hof dat onderdeel van het vonnis in stand zal laten.
Het vonnis voor zover gewezen in de zaak met rolnummer 11-651 zal in zijn geheel worden vernietigd. Het hof zal, opnieuw rechtdoende, de vorderingen van Janse sub 1, 2 en 3 ten dele toewijzen in die zin dat Kampstaal wordt veroordeeld tot vervanging van het dak op de wijze als in het dictum vermeld en voorts tot terugbetaling van de vertragingsrente en buitengerechtelijke kosten die Janse ter voldoening van het vonnis van de rechtbank aan Kampstaal heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente, een en ander op de wijze als in het dictum vermeld. De wettelijke handelsrente is niet van toepassing nu het hier een vordering uit onverschuldigde betaling betreft. Het hof ziet in de omstandigheid dat ook een aanzienlijk deel van de vordering van Janse wordt afgewezen, aanleiding om de proceskosten in beide zaken in eerste aanleg en in hoger beroep te compenseren, aldus dat ieder van partijen de eigen kosten draagt. De kosten van het deskundigenonderzoek blijven voor rekening van Kampstaal die het verzoek tot het gelasten van een voorlopig deskundigenverzoek heeft gedaan. Het door Janse sub 4 gevorderde – terugbetaling van de door haar aan Kampstaal betaalde proceskosten ter zake van het geding in eerste aanleg – zal worden toegewezen.
Het meer of anders door Janse gevorderde zal worden afgewezen.
6.De beslissing
zaak-/rolnummer C/07/185514/HLZA 11-608voor zover Janse daarbij in het dictum onder 6.2 is veroordeeld tot betaling van de contractuele rente van 12% per jaar over een bedrag van € 291.550,- vanaf 29 april 2011 tot aan de dag van volledige voldoening en voor zover het de veroordelingen onder 6.3 , 6.4 en 6.5 betreft;
wijst de desbetreffende vorderingen van Kampstaal af en compenseert de kosten van het geding in eerste aanleg aldus dat ieder van partijen de eigen kosten van de procedure draagt;
zaak-/rolnummer C/07/185805 /HA ZA 11-651en opnieuw rechtdoende:
€ 250.000,-;
31 december 2013 aan Kampstaal voldane vertragingsrente, verhoogd met de wettelijke
27 december 2016.