Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot machtiging tot schenking door de bewindvoerders van een rechthebbende die onder bewind is gesteld. De rechthebbende, geboren in 1938, verblijft sinds 2014 in een verpleeghuis. De bewindvoerders, die ook de kinderen van de rechthebbende zijn, hebben eerder verzoeken gedaan om schenkingen te doen uit het vermogen van de rechthebbende, maar deze zijn in het verleden afgewezen. De kantonrechter had in een eerdere beschikking van 23 februari 2016 het verzoek om een extra schenking van € 30.000,- per kind afgewezen. De bewindvoerders zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking.
Tijdens de mondelinge behandeling op 2 december 2016 hebben de bewindvoerders hun verzoek toegelicht. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van een schenkingstraditie, die al voor de instelling van het bewind in 2014 is begonnen. Het hof oordeelt dat de verzochte schenking van € 30.000,- per kind voldoet aan de vereisten van de aanbevelingen voor meerderjarigenbewind, omdat het resterende vermogen van de rechthebbende na de schenking boven de drempel van € 30.000,- blijft. Het hof vernietigt de beschikking van de kantonrechter en verleent de bewindvoerders de gevraagde machtiging tot schenking.
De beslissing van het hof is op 22 december 2016 uitgesproken in het openbaar, waarbij de griffier aanwezig was. De kosten van de procedure worden niet vergoed, aangezien er geen verweerder is.