Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 2 november 2015 te Amersfoort, althans in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk de voordeurruit en/of een of meer meubel(s) en/of de televisie en/of een spiegel en/of de koelkast, althans (een groot deel van) de inboedel/inventaris (van de woning gelegen aan het [adres] ), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door (telkens) met een ijzeren hamer(kop), althans een hard voorwerp, de voordeurruit van die woning in te slaan en/of (vervolgens) in die woning op/tegen (een groot deel van) de inboedel/inventaris te slaan en/of (een groot deel van) de inboedel/inventaris om te duwen en/of te trekken en/of daarmee te gooien;
Vrijspraak van het tenlastegelegde onder 2
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
.
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
70 (zeventig) dagen.
25 (vijfentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 1.280,00 (duizend tweehonderdtachtig euro) bestaande uit € 630,00 (zeshonderddertig euro) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.280,00 (duizend tweehonderdtachtig euro) bestaande uit € 630,00 (zeshonderddertig euro) materiële schade en € 650,00 (zeshonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
22 (tweeëntwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.