Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een brief met productie(s) van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad);
- een journaalbericht met productie(s) van mr. Pieters van 13 april 2016;
- een journaalbericht met productie(s) van mr. Pieters van 21 april 2016;
- het verweerschrift.
3.De vaststaande feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2002 in de gemeente [D] (hierna: [de minderjarige1] )
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2004 in de gemeente [D] (hierna: [de minderjarige2] ) en;
- [de minderjarige3] , geboren [in] 2005 in de gemeente [D] (hierna: [de minderjarige3] ).
I. de moeder toestemming te verlenen om de omgangsregeling op te schorten in
afwachting van het advies van de raad;
II. de beschikking van de rechtbank van 4 augustus 2009 te wijzigen en te bepalen dat
een zorgregeling zal gelden inhoudend dat de vader gerechtigd is de kinderen bij zich
te hebben één weekend per twee weekenden van vrijdagmiddag 18.00 uur tot
zondagavond 18.00 uur, waarbij de vader de kinderen zal halen en de moeder de
kinderen weer bij de vader zal ophalen, met instandhouding van de contactregeling
zoals deze geldt voor de (school)vakanties en feestdagen;
III.
primairde minderjarige [de minderjarige1] te doen horen ondanks dat zij elf jaar oud is en
subsidiair, voor zover de rechtbank van oordeel is dat zij daarvoor te jong is, een
bijzondere curator voor haar te benoemen die de belangen van [de minderjarige1] zal behartigen.