Uitspraak
Roto Smeets,
Tence,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
het aangaan van een arbeidsovereenkomst, een overeenkomst tot aanneming van
het laten ter beschikking stellen van de betreffende uitzendkracht aan de
het aangaan van een arbeidsverhouding door de uitzendkracht met een derde,
4.De vordering en beoordeling daarvan in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven
grief Ikomt zij op tegen de verwerping van haar verweer dat met artikel 5.14 van de overeenkomst is bedoeld dat Roto Smeets alleen een vergoeding verschuldigd is bij het aangaan van een rechtstreekse arbeidsverhouding met een flexwerker van Tence, en dat daarmee is bedoeld toepasselijkheid van artikel 2 sub a, tweede en derde bullet van de algemene voorwaarden uit te sluiten. Voor zover de kantonrechter die uitleg van artikel 5.14 niet volgde, had hij Roto Smeets, gelet op haar uitdrukkelijke bewijsaanbod, moeten toelaten tot bewijs van de door haar verdedigde uitleg.
hof) bepalingen glashelder is en, naar de kantonrechter ambtshalve bekend is, in contracten als de onderhavige geenszins ongebruikelijk zijn ter bescherming van de gerechtvaardigde belangen van de uitzendonderneming. Uitleg komt volgens de kantonrechter eerst aan de orde wanneer de bepalingen onvoldoende duidelijk zijn, welke situatie zich hier niet voordoet.
grief IIkomt Roto Smeets op tegen de verwerping van haar verweer dat een beroep op artikel 2 onder f van de algemene voorwaarden in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zoals zij kernachtig weergeeft onder randnummer 6 van haar memorie van grieven.
6.De beslissing
beidepartijen, van hun advocaten en van de getuigen zal opgeven op de
roldatum dinsdag