In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte is beschuldigd van belaging van de aangeefster door in de periode van 15 maart 2013 tot en met 23 juli 2013 stelselmatig ongewenste sms-berichten naar haar te sturen. De inhoud van deze berichten was beledigend en bedreigend van aard. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die hem eerder had veroordeeld.
Tijdens de zitting op 11 december 2015 heeft het hof de zaak behandeld, waarbij de advocaat-generaal een taakstraf van 50 uren heeft geëist, subsidiair 25 dagen hechtenis. De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is dat de sms-berichten daadwerkelijk door de verdachte zijn verzonden. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verdachte wel degelijk de berichten heeft verstuurd, gebaseerd op de aangifte van de aangeefster en de verklaringen van de verdachte zelf.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan belaging. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 50 uren, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien deze taakstraf niet naar behoren wordt verricht. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder eerdere veroordelingen.