Uitspraak
[appellant],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.Ten aanzien van de memorie van antwoord in incidenteel appel
4.Ten aanzien van de feiten
5.De aanduiding van het geschil
6.De beoordeling van de grieven
grieven I en II in principaal appelrichten zich beide tegen de waardering van de kantonrechter van het bijgebrachte bewijs. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
[geïntimeerde] kwam op een gegeven moment met man en twee kinderen bij mij in de praktijk met de vraag of zij behandeld konden worden (…) Daarna heeft zij verteld dat zij via internet een opleiding tot tandartsassistente wilde doen en daarvoor een opleidingsplek moest hebben. Ik heb haar toen aangeboden om als vrijwilliger in mijn praktijk te komen. Er is toen niet afgesproken over concrete werkzaamheden. [geïntimeerde] heeft de gelegenheid gekregen om te kijken wat er zoal gebeurde in de praktijk. Zij kwam niet elke dag en wanneer zij kwam was zij er 1 of 2 uren. Omdat ik haar wilde helpen sprak ik over haar met mijn fiscale adviseur die mij vertelde dat ik haar 600 euro per maand kon betalen. Die betaling heeft voor mij als reden gehad het financiële probleem dat [geïntimeerde] had en het legaal willen maken van haar aanwezigheid in de praktijk (….)."