Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde 1] ,
2.[geïntimeerde 2] ,
3.[geïntimeerde 3]
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing in hoger beroep
[geïntimeerde 1] is volgens [appellant] als eigenaar/bezitter van de bestelbus op grond van het bepaalde in artikel 6:173 BW voor de gevolgen van de brand aansprakelijk (de bestelbus leverde een bijzonder brandgevaar op door een aanzienlijke kans op kortsluiting door corrosie). Hoofdelijk met [geïntimeerde 1] zijn ook [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] aansprakelijk, eveneens op grond van onrechtmatige daad, doordat de laatstgenoemden de bus op ondeugdelijke wijze hebben gerepareerd. [geïntimeerde 2] handelde voorts onrechtmatig door zonder [appellant] te waarschuwen de bus in de loods te parkeren, terwijl hij wist dat er een verhoogde kans op kortsluiting bestond.
Van de inhoud van de verschillende deskundigenrapporten en de getuigenverklaringen geeft het hof hierna uittreksels weer in cursief. De tussen accolades geplaatste tekst is steeds door het hof toegevoegd ter verbetering van de leesbaarheid van dit arrest.
p 17 november 2008 … omstreeks 19:40 uur … vertelde{mijn zoon}
[G] me dat hij vuurwerk hoorde. Ik … ben gaan kijken{en}
zag grote rookwolken optrekken aan de achterzijde van de loods. … Ik zag … dat de brand al ernstig woedde aan de achterzijde van de loods. … ik heb in het garagegedeelte aan de voorzijde{van de loods}
nog het licht aangedaan en de elektrische garagedeur geopend. … Bij ontdekking van de brand zag ik dat de Transporter in de loods stond … .
het laatste in de loods is geweest. … Tijdens de brand heb ik hem gebeld, tegen zevenen, en hij stond 15 á 20 minuten later naast me. … U vraagt mij of ik{toen ik andere auto’s probeerde te redden}
… heb gezien dat de bus stond te branden en mijn antwoord is: ja. … De werkplaats was … ingericht met … onder andere … gereedschap. Er zal een kan benzine geweest zijn … en … een paar liter motorolie …. Verder elektrische lasapparatuur …[A ] werkte bij … [geïntimeerde 1] en hij mocht …{de bestelbus}
gebruiken … [A ] … liet hem dan thuis buiten staan. … Kort nadat ik die rookpluim had gezien heb ik de brandweer gebeld. Aan tijd is alleen verstreken het naar de loods toelopen en weer terug naar de woning. Dat kost denk ik 20 seconden. Dat [G] mij waarschuwde was meen ik half zeven á zeven uur. …
had een … Volkswagen … het water in gereden … . De bus had waterschade aan het motorblok en blikschade …{ [A ] heeft}
mij gevraagd om de bus te repareren. … ik was blij dat ik iets voor …{de familie [appellant] }
terug kon doen. … Op maandag 17 november 2008 was ik in de loods …. Omstreeks 18:45 uur heb ik de bus … binnengezet … en ik ben toen nog ongeveer een half uur in de loods geweest. Ik heb in dit half uur niets gezien en/of geroken dat in verband zou kunnen staan met de brand. Uiteindelijk ben ik … omstreeks 19:15 uur of 19:30 uur … weggegaan …… ongeveer een kwartier na mijn vertrek werd ik gebeld door [appellant] …. Ik hoorde …{van}
[appellant] dat er brand was in zijn loods. …
die avond tijdens de brand niet gezien. Ik heb hem wel opgebeld, ongeveer een halfuur denk ik nadat we de brand hadden ontdekt … [geïntimeerde 2] is de dag van de brand het laatste in de loods geweest. … Volgens mij ging hij om kwart voor zeven of tien over half zeven weg, misschien rond half zeven. In elk geval niet daarvoor. … Toen wij de plofjes hoorden, hadden wij al gegeten, ik denk dat dat was tussen kwart voor zeven, zeven uur. …
De brand in de loods is met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontstaan in de …{bestelbus}
die in de werkplaats van de loods stond geparkeerd.
De Transporter had enkele weken voorafgaande aan de brand waterschade opgelopen, waarna onder andere de elektronica, alsmede de dynamo en de startmotor waren vervangen.
Uit kennis en ervaring is bekend dat elektrische bedrading en elektronica, die nat/vochtig is geworden, onder andere gaat oxideren.
Daardoor kunnen er zogenaamde ‘lekstromen’ ontstaan die (on)volkomen elektrische sluitingen kunnen veroorzaken. Dergelijke sluitingen kunnen vervolgens zeer zeker brand veroorzaken.
Het is niet aannemelijk dat de brand is ontstaan als gevolg van een onvolkomenheid in de elektrische installatie van de loods.
Door verzekerde was na het ontdekken van de brand vastgesteld, dat de verlichting nog kon worden ingeschakeld en dat de elektrisch bedienbare rolpoort van de garage nog kon worden geopend.
In de loods stond een groot aantal schilderijen, die als gevolg van de brand verloren zijn gegaan en die niet verzekerd zouden zijn.
Volgens verzekerde zijn de meeste schilderijen die verloren zijn gegaan, weergegeven in een boekwerk/catalogus genaamd ‘Oude meesters van morgen’, met als subtitel ‘De [appellant] Collectie’.
Sporen die op enig misdrijf zouden kunnen duiden zijn tijdens het ingestelde onderzoek niet aangetroffen.
ook zorgvuldig te hebben gewerkt. …
niet worden vastgesteld. … Doordat de …{bestelbus}
te water is geraakt, zal er in de kabels/bedrading zeer zeker corrosie zijn opgetreden. Het is algemeen bekend dat dit zeer zeker kan leiden … tot (on)volkomen elektrische sluitingen. Dergelijke sluitingen kunnen zeer zeker brand veroorzaken. Indien de heer [geïntimeerde 3] de startmotor heeft gemonteerd, zoals hij heeft omschreven, zal er normaal gesproken geen brand ontstaan.
(productie C bij de conclusie van antwoord van [geïntimeerde 3] ):
is een restant van het contactslot gevonden. De contactsleutel stak nog in de restanten van het contactslot. … Op uw verzoek is nader onderzoek ingesteld naar de stand van de contactsleutel … . Aan de hand hiervan kon worden vastgesteld dat het contactslot … tijdens de brand zeer waarschijnlijknietin de accessoirestand heeft gestaan en dat de contactsleutel uitsluitend “los” in het contactslot was gestoken ….
zijn … meerdere mogelijke oorzaken voor de brand aan te wijzen, te weten:
een elektrisch defect in de Volkswagen Transporter;
Hoe I-Tek aan het tijdstip van brandontdekking om 19.00 uur is gekomen blijkt niet uit haar rapport. Opvallend is echter wel dat genoemd tijdstip … overeenkomt met het tijdstip dat op 31 maart 2011 door het gezin [appellant] werd genoemd als moment van brandontdekking.
Gelet op de verklaringen van alle betrokkenen ontstond de brand in of achter de werkplaats.
… De heer [appellant] zag de bus wel in brand staan maar op dat moment was al sprake van een ontwikkelde en fors uitgebreide brand, waardoor het logisch te verklaren is dat de bus in brand stond.
Aangezien technisch onderzoek geen bruikbare informatie voor het onderzoek naar de oorzaak van de brand geeft, blijven getuigenverklaringen als enige bruikbaar materiaal over. In dat kader zijn de verklaringen van [appellant] … doorslaggevend. Op pagina 3 van zijn verklaring aan I-Tek zegt hij: “Bij ontdekking van de brand zag ik dat de …{bestelbus}
in de loods stond …” Het feit dat [appellant] geen enkele keer spreekt van een brandende …{bestelbus}
maakt aannemelijk dat hij dat ook niet heeft waargenomen en dat de brand op enig moment in de werkplaats woedde nog voordat de …{bestelbus}
bij de brand betrokken raakte.
Naar de mening van ondergetekende kan de …{bestelbus}
met enige mate van zekerheid worden uitgesloten als veroorzaker van de brand. …
(productie A bij conclusie na deskundigenbericht d.d. 20 juni 2012 van [appellant] ):
Conclusie: De …{bestelbus}
is gelet op de korte beschikbare ontwikkelingstijd en dus een voorwaardelijk snelle en grote warmteafgifte, als eis vooraf te stellen aan een mogelijke oorzaak toedracht, de enig brand technisch denkbare en toetsbare (probable; NFPA 921) oorzaak van de brand in de werkplaats; binnen het beperkt beschikbare tijdsvenster.
Er zijn … geen (korte termijn) voorwaardelijke ontstekingstrajecten (tussenliggende en overbruggende brandstofpakketten) toetsbaar aanwezig om van die apparaten ‘bronnen’ naar de ruimtelijk vrijstaande …{bestelbus}
te komen. Dat wordt ook niet door …{ [deskundige 6] }
toetsbaar gedemonstreerd. Om de dakisolatie als brandstofpakket te ontwikkelen is weer een inleidend energierijk pakket nodig: dat is alleen de …{bestelbus}
zelf.
In grote lijnen is het rapport van I-Tek impliciet methodisch opgezet, echter zonder de gevolgde onderzoeksmethode te expliciteren. Observaties naar inbrandingspatronen en conclusies lijken juist. Zie ook de door ondergetekende onderschreven conclusie “De brand in de loods is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid ontstaan in de …{bestelbus}
”.
… Het onderzoek laat echter ook kansen liggen voor precieze duiding van branduitbreidingsmechanismen. Vooral het uitsluiten van alternatieve (on)mogelijke brandverloopscenario’s zou onjuiste redeneringen kunnen voorkomen.Dit compenseert het rapport van [Deskundige 3] .
[Deskundige 3] bespreekt inhoudelijk de essentiële rol van brandstofpakketten, de aard van de brandstof en het brandverloop. Hiermee elimineert hij successievelijk … ingebrachte varianten en alternatieve mogelijkheden: die dan daarmee meteen brandtechnisch geen mogelijkheid meer blijken te zijn.
Effectis BV/ [Deskundige 4] laat onderzoek na en beantwoordt de vragen van de rechtbank niet. Onnavolgbaar komt Effectis BV/ [Deskundige 4] evenwel tot de mening dat de plaats van ontstaan niet de …{bestelbus}
is, dit uitsluitend omdat getuige [appellant] dat, slechts op enig moment, niet expliciet had aangegeven. … In essentie ontbreekt in alle rapporten, behalve dat van [Deskundige 3] , enige beschouwing van de hoeveelheid brandstof en de aard van de brandstof, als voorwaardelijk voor{een}
zinvolle reconstructie van de brandoorzaak en brandontwikkeling. … Zelfstandig toont [Deskundige 3] binnen zijn toelichting aan dat andere brandoorzaken gelegen in het gebouw - en binnen de ruimte van ontstaan (werkplaats) - niet mogelijk zijn.
NJ2002/391). Het hof realiseert zich dat de deskundigenrapportages mede gebaseerd zijn op de verklaringen van [appellant] , waaronder zijn getuigenverklaring. De wettelijke beperking van artikel 164 lid 2 Rv geldt weliswaar niet voor die rapportages, maar dit neemt niet weg dat het hof hieronder bij het waarderen van het bewijs zal betrekken dat de rapportages ten dele berusten op verklaringen van (mogelijk) belanghebbenden, ook van anderen dan [appellant] . Alle rapporten, uitgezonderd dat van [Deskundige 4] , zijn in opdracht van (mogelijk) belanghebbenden geschreven.
Guide for fire and explosion investigationNFPA 921 ) beschrijving geeft van de mogelijke oorzaak van de onderhavige brand, dit op basis van onderzoek dat eveneens voldoet aan de normen die daarvoor worden gehanteerd binnen de beroepsgroep van experts op het gebied van brandonderzoek. Volgens de rapporten van [deskundige 5] en [Deskundige 3] valt, gelet op de beschikbare informatie waarbij de beperkte tijd tussen het vertrek van [geïntimeerde 2] uit de loods en de ontdekking van de brand belangrijk is uitsluitend brand in de bestelbus als mogelijke ontsteker van de brand aan te wijzen.
nadatelders in de loods al brand was uitgebroken, is gebaseerd op de schriftelijke verklaring van [appellant] van 27 november 2008. Die verklaring houdt niet in dat de bestelbus al in brand stond toen [appellant] andere auto’s uit een andere ruimte van de loods haalde. Uit het ontbreken van die vermelding heeft [Deskundige 4] afgeleid dat [appellant] bij die gelegenheid zag dat de bestelbus niet in brand stond. Nu [appellant] op 31 maart 2011 heeft verklaard toen te hebben gezien dat de bus in brand stond, berust de conclusie van [Deskundige 4] op een vergissing. Een andere aanwijzing dat de bestelbus nog niet in brand stond toen [appellant] die bus in de werkplaats zag valt in de processtukken evenmin te lezen. Daarom gaat het hof aan de conclusie van [Deskundige 4] voorbij.
Niet iedere mogelijke brandoorzaak is door wetenschappelijk (methodologisch verantwoord) onderzoek uitgesloten, maar in bewijslevering is [appellant] in het burgerlijk recht al geslaagd indien de juistheid van zijn stellingen met een redelijke mate van zekerheid is vastgesteld. Deze mate van zekerheid bestaat hier naar het oordeel van het hof, vooral doordat in het rapport van [Deskundige 3] overtuigend staat beschreven hoe onwaarschijnlijk het is dat de brand elders in de loods is ontstaan en op de bestelbus is overgeslagen en voorts doordat voor enige andere brandoorzaak geen voldoende concrete aanwijzingen bestaan. Grief III is gegrond.
5.Slotsom
Tot vandaag worden de kosten
in eerste aanlegaan de zijde van [appellant] als volgt begroot:
- griffierecht € 4.938, --
- getuigentaxen nihil
- kosten deskundigenbericht
€ 3.718,75subtotaal verschotten € 8.742,73
€ 11.238,50(3½ punt x tarief VIII)
in hoger beroepaan de zijde van [appellant] op:
- explootkosten € 99,17
- griffierecht
€ 1.553, --subtotaal verschotten € 1.652,17
€ 4.580, --(1 punt x tarief VIII)