ECLI:NL:GHARL:2015:9790

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 december 2015
Publicatiedatum
22 december 2015
Zaaknummer
21-004726-15
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in verband met overlijden verdachte

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, betreft het een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad. De verdachte, geboren in 1988, had hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van 30 mei 2011. Echter, tijdens de behandeling van de zaak op 7 december 2015, werd het hof geïnformeerd over het overlijden van de verdachte op 17 augustus 2015. Dit leidde tot de vraag of het openbaar ministerie nog ontvankelijk was in de vervolging van de verdachte.

Het hof heeft vastgesteld dat, gezien het overlijden van de verdachte, het recht van het openbaar ministerie tot strafvordering was vervallen. Dit betekent dat het openbaar ministerie niet langer in staat was om de vervolging voort te zetten. De advocaat-generaal had een vordering ingediend, maar deze kon niet meer worden behandeld nu de verdachte niet meer in leven was.

De beslissing van het hof was dan ook helder: het openbaar ministerie werd niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging van de verdachte. Deze uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken en werd op 7 december 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken. De uitspraak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de gevolgen van het overlijden van een verdachte voor de strafvervolging onderstreept.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004726-15
Uitspraak d.d.: 7 december 2015

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen - na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 7 juli 2015 - op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 30 mei 2011 met parketnummer 07-630057-09 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988.

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 7 december 2015.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.

Ontvankelijkheid van het hoger beroep

Nu het hof gebleken is dat verdachte is overleden op 17 augustus 2015, is het recht van het openbaar ministerie tot strafvordering vervallen. Derhalve dient het openbaar ministerie in de vervolging van verdachte niet-ontvankelijk te worden verklaard.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte.
Aldus gewezen door
mr. H.J. Deuring, voorzitter,
mr. L.T. Wemes en mr. A.J. Rietveld, raadsheren,
in tegenwoordigheid van G. Eisma, griffier,
en op 7 december 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.