ECLI:NL:GHARL:2015:9695
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Dijkstra
- Kuiper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 17 december 2015 uitspraak gedaan over een verzoek om proceskostenvergoeding van de betrokkene, die in hoger beroep was gegaan tegen een beslissing van de kantonrechter. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard. De gemachtigde van de betrokkene heeft op 20 juli 2015 het hoger beroep onvoorwaardelijk ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding voor de verleende rechtsbijstand. De advocaat-generaal heeft hierop gereageerd, maar het hof oordeelde dat het verzoek om proceskostenvergoeding niet kon worden beoordeeld omdat het hoger beroep niet meer aan de orde was. Het hof concludeerde dat er geen grond was voor een kostenvergoeding, aangezien de inleidende beschikking in stand bleef en de advocaat-generaal niet tegemoet was gekomen aan de betrokkene. Het hof verklaarde de betrokkene niet-ontvankelijk in zijn verzoek om vergoeding van proceskosten.