Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
communekamer van de rechtbank Overijssel onbevoegd zal verklaren om recht te doen op de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
De behandeling ter terechtzitting van de eerste rechter
economischekamer van de rechtbank, respectievelijk van het hof, veroordeeld.
economischestrafkamer van de rechtbank Zwolle-Lelystad d.d. 10 november 2011. Gelet hierop, alsmede in aanmerking genomen dat de strafzaak is beslist door de economische kamer van de rechtbank, respectievelijk van het hof, diende de vordering te worden behandeld door de economische kamer van de rechtbank.
communekamer van de rechtbank. Deze kamer heeft ook een tussenbeslissing gegeven, op 31 januari 2013, waarna de vordering vervolgens is behandeld op 17 september 2013, 12 december 2013 en 10 juni 2014, wederom telkens door de
communekamer. Het in hoger beroep betwiste ontnemingsvonnis d.d. 16 september 2014 is ook gegeven door de
communekamer. De aanvulling op dat ontnemingsvonnis is eveneens van de
communekamer afkomstig. Het hoger beroep is ook ingesteld, blijkens de akte, tegen een beslissing van de
communekamer.
communekamer van de rechtbank niet bevoegd was om de vordering van
economischekamer), teneinde, met inachtneming van dit arrest, na hernieuwde oproeping van de veroordeelde deze zaak op de bestaande vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel te behandelen en af te doen.
BESLISSING
economischekamer), teneinde, met inachtneming van dit arrest en na hernieuwde oproeping van de veroordeelde, deze zaak op de bestaande vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel te behandelen en af te doen.