Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Groningen(hierna: de heffingsambtenaar),
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de waarde van een onroerende zaak is vastgesteld door de heffingsambtenaar van de gemeente Groningen. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, een vrijstaande villa, vastgesteld op € 891.000 per 1 januari 2012. Belanghebbende betwist deze waarde en stelt dat de waarde in het economische verkeer € 800.000 bedraagt. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard, waarna belanghebbende in hoger beroep is gegaan.
Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van belanghebbende, mr. [A], argumenten aangevoerd tegen de vastgestelde waarde, waaronder de slechte staat van onderhoud van de onroerende zaak en de aanwezigheid van asbest. De heffingsambtenaar heeft de waarde onderbouwd met referentieobjecten en taxatiedocumenten. Het hof heeft de argumenten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de vastgestelde waarde niet te hoog is. Het hof heeft de grieven van belanghebbende verworpen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige belastingkamer van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en is openbaar uitgesproken op 15 december 2015. De proceskosten zijn niet toegewezen, en beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.