ECLI:NL:GHARL:2015:9450

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 december 2015
Publicatiedatum
11 december 2015
Zaaknummer
21-000654-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hennepteelt en diefstal van elektriciteit in Zaltbommel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte, geboren in 1978 en woonachtig in Alkmaar, was in eerste aanleg veroordeeld voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit. Het hof heeft het hoger beroep behandeld na een zitting op 30 november 2015, waarbij de advocaat-generaal een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat het vonnis waarvan beroep niet voldeed aan de vereisten van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering, waardoor het vonnis is vernietigd en het hof opnieuw recht heeft gedaan.

De tenlastelegging omvatte het opzettelijk telen van hennepplanten en het illegaal afnemen van elektriciteit. De verdachte heeft in de periode van 1 juli 2010 tot en met 11 mei 2011 in Zaltbommel 267 moederhennepplanten en 12.150 hennepstekken gekweekt, en daarnaast 36.165 kWh elektriciteit gestolen. De politie heeft op basis van meldingen onderzoek gedaan en de kwekerij aangetroffen, waarbij illegale elektriciteitsaansluitingen zijn ontdekt. De verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de kwekerij van hem was.

Het hof heeft op basis van de beschikbare bewijsmiddelen geoordeeld dat de verdachte schuldig is aan de tenlastegelegde feiten. De bewezenverklaring betreft opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en diefstal, waarbij de verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking. Het hof heeft de strafbaarheid van de verdachte vastgesteld en een taakstraf van 120 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis. De beslissing van het hof is in overeenstemming met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, waarbij ook de volksgezondheid en de veiligheid van goederen in overweging zijn genomen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht

Parketnummer: 21-000654-14
Uitspraak d.d.: 14 december 2015
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 4 februari 2014 met parketnummer 05-701468-11 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te Alkmaar op [1978] ,
wonende te [woonplaats] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 november 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal strekkende tot veroordeling van verdachte tot een taakstraf voor de duur van 120 uren subsidiair 60 dagen hechtenis. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman,
mr. E. Yeniasci, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis op de voet van artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering is aangetekend en daarom niet de in hoger beroep voorgeschreven vermeldingen bevat.
Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2010 tot en met 11 mei 2011 te Zaltbommel (telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer
- 267 ( moeder)hennepplanten en/of
- 12.150 hennepstekken,
althans hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel, vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 juli 2010 tot en met 11 mei 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 36.165 kWh elektriciteit, althans een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander N.V. en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming (door het zegel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of vervolgens een elektriciteitsaansluiting buiten deze meter om te maken).
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Naar aanleiding van een MMA-melding bij de politie op 2 november 2010 dat er een hennepkwekerij zou zijn aan de [adres] te Zaltbommel in een woonwagen bewoond door verdachte, en een CIE-melding op 1 april 2011 dat er hennepplanten gekweekt worden op het woonwagenkamp aan de [adres] te Zaltbommel, heeft de politie op 11 mei 2011 een onderzoek ingesteld naar genoemd pand.
Op genoemd adres werden meerdere stekkenkwekerijen aangetroffen. Daarbij werden 265 moederhennepplanten en 12.150 hennepstekken aangetroffen.
De zegels van de hoofdaansluitkast van de elektriciteitsinstallatie waren verbroken en er was een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Uit onderzoek is gebleken dat er elektriciteit illegaal is wegenomen.
Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat de kwekerij van hem was.
De raadsman heeft zich ter zitting ten aanzien van de feiten in deze strafzaak gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1:
hij
op één of meer tijdstip(pen)in of omstreeks de periode van 11 februari 2011 tot en met 11 mei 2011 te Zaltbommel
(telkens
)opzettelijk heeft geteeld
en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad
een hoeveelheid van ongeveer
- 267 ( moeder)hennepplanten en
/of
- 12.150 hennepstekken,
althans hennepplanten, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep,zijnde hennep een middel, vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2:
hij
op één of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 11 februari 2011 tot en met 11 mei 2011 te Zaltbommel met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
36.165 kWh elektriciteit, althanseen hoeveelheid elektriciteit,
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan Liander N.V.
en/of [benadeelde] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte
zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed
(eren)onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braakverbreking
en/of inklimming(door het zegel van de elektriciteitsmeter te verbreken en
/ofvervolgens een elektriciteitsaansluiting buiten deze meter om te maken).
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van verbreking.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder in aanmerking genomen hetgeen omtrent de persoon van verdachte is gebleken, is het hof van oordeel dat oplegging van een taakstraf van de hierna aan te geven duur, passend en geboden is. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan hennepteelt en diefstal van elektriciteit. Bij de oplegging van de straf heeft het hof in aanmerking genomen dat hennep een gevaar voor de volksgezondheid vormt en dat verdachte met het opzetten en in standhouden van een hennepkwekerij heeft bijgedragen aan criminele activiteiten die daarmee gepaard gaan. Uit onderzoek is tevens gebleken dat door de manipulatie van de elektriciteitsmeter er bovendien gevaar voor goederen te duchten is geweest. Ook met dit gegeven heeft het hof rekening gehouden bij de strafoplegging.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 22c, 22d, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. R.H. Koning, voorzitter,
mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. M.S. Groenhuijsen, raadsheren,
in tegenwoordigheid van J.R.M. Roetgerink, griffier,
en op 14 december 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. M.S. Groenhuijsen is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.