In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, die op 23 februari 2012 als getuige optrad in een strafzaak, is veroordeeld voor meineed. Tijdens de terechtzitting heeft de verdachte, na het afleggen van de wettelijke belofte om de waarheid te spreken, opzettelijk valse verklaringen afgelegd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in strijd met de waarheid heeft verklaard over de betrokkenheid van een mededader, wat de waarheidsvinding in de strafzaak ondermijnt. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van tien weken geëist, maar het hof heeft de straf gematigd tot zes weken onvoorwaardelijk, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn eerdere veroordelingen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het bewezen verklaarde als strafbaar is gekwalificeerd. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de beslissing is openbaar uitgesproken.