ECLI:NL:GHARL:2015:909

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
10 februari 2015
Publicatiedatum
11 februari 2015
Zaaknummer
200.111.275-01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van gemeenschap bij boedelscheiding met betrekking tot onroerend goed en schulden

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden diende, betreft het een hoger beroep in een civiele procedure over de verdeling van een gemeenschap na een echtscheiding. De zaak is ontstaan uit een eerdere uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 21 maart 2012. Het hof heeft op 10 februari 2015 arrest gewezen, waarbij het de inhoud van een eerder tussenarrest van 30 juli 2013 heeft overgenomen. Tijdens een comparitie van partijen op 12 november 2014 zijn afspraken gemaakt over de taxatie van verschillende percelen onroerend goed, die door een gezamenlijk aangewezen makelaar uitgevoerd zullen worden. De partijen hebben overeenstemming bereikt over de verdeling van schulden en activa, waarbij [appellant] zich verplichtte om bepaalde schulden als zijn eigen te voldoen, terwijl [geïntimeerde] voor de helft bijdraagt aan andere schulden. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij het de gemeenschap tussen partijen heeft verdeeld. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Het arrest is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.111.275/01
(zaaknummer rechtbank Zwolle-Lelystad 189427 / HL ZA 11-925)
arrest van de eerste kamer van 10 februari 2015
in de zaak van
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
[appellant],
advocaat: mr. E.V. Brunings, kantoorhoudend te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats],
geïntimeerde,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. J.A. Neslo, kantoorhoudend te Almere.
Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 30 juli 2013 hier over.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft op 12 november 2014 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken.
1.2
Daarna heeft [geïntimeerde] de stukken opnieuw overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1
Partijen zijn ter comparitie met het oog op de beëindiging van het geschil het volgende overeengekomen.
2.1.1
De percelen [perceel 1], [perceel 2] en [perceel 3] naar [plaats] zullen worden getaxeerd door een makelaar die partijen tezamen aanwijzen. Mr. Neslo stelt daartoe twee makelaars voor. [appellant] kiest daaruit binnen één week de makelaar die de taxatie zal uitvoeren. Indien hij niet binnen één week een keuze maakt, zal de eerste makelaar uit het voorstel van mr. Neslo worden verzocht de taxatie uit te voeren. De taxaties zijn voor partijen bindend. Partijen dragen ieder voor de helft bij in de kosten van de taxaties.
2.1.2
Partijen zijn het erover eens dat het perceel aan de [perceel 4] niet in de gemeenschap valt, maar op het moment van de peildatum eigendom was van de stichting [X]. De hypothecaire schuld van € 5000,- valt evenmin in de gemeenschap omdat deze schuld bij akte van 6 juni 2008 door dezelfde stichting is aangegaan. Hetzelfde geldt voor de daaraan verbonden rente en kosten.
2.1.3
[appellant] verplicht zich de volgende schulden als zijn eigen schuld te voldoen, zonder dat [geïntimeerde] daarin hoeft bij te dragen:
De schuld aan [Y] (M);
De schuld aan Green Choice (0);
De schuld aan IBG (P);
De aanslag IB 2007 (Q);
De schuld aan EOS-Movie Max (R);
De schuld aan de Alliantie (S).
2.1.4
[appellant] verplicht zich de volgende schulden als de zijne te voldoen. [geïntimeerde] verplicht zich tegenover [appellant] voor de helft van die schulden bij te dragen:
Het debetsaldo op rekeningnummer [rekeningnummer 1] (I) ad € 11.344,-
De over dat saldo in rekening gebrachte rente (J) ad € 2.925,
Het debetsaldo op rekeningnummer [rekeningnummer 2] (K) ad € 907,-
De schuld aan de Friesland zorgverzekeraar (N) ad € 2.357.
2.1.5
Partijen zijn het erover eens dat de schuld aan Comfort Card (H) per peildatum € 796,27 beloopt. [appellant] verplicht zich ook deze schuld als de zijne te voldoen en [geïntimeerde] verplicht zich tegenover hem voor de helft van de schuld bij te dragen.
2.1.6
Het debetsaldo op rekeningnummer [rekeningnummer 3] (L) hoeft niet te worden verdeeld.
2.2
Het hof zal hierna om misverstanden te voorkomen het bestreden vonnis van 21 maart 2012 geheel vernietigen en slechts opnieuw beslissen over die vermogensbestanddelen waarover door [geïntimeerde] een beslissing is gevraagd, voor zover partijen daarover niet al in de vaststellingsovereenkomst tot overeenstemming zijn gekomen. De proceskosten tussen partijen zullen andermaal worden gecompenseerd.
2.3
Ten aanzien van de onder 2.1.1 genoemde percelen wordt overwogen dat uit de rolkaart kan worden afgeleid dat mr. Neslo als makelaar van voorkeur de heer of mevrouw [Q] heeft voorgedragen, zonder dat [appellant] heeft gekozen voor de tweede makelaar die mr. Neslo heeft genoemd ([R]). Dat betekent dat eerstgenoemde makelaar door partijen zelf dient te worden verzocht de taxaties uit te voeren; dat zij ieder de helft van de daaraan verbonden kosten dienen te dragen, en dat deze taxaties voor hen bindend zijn. Voor het hof is hier geen taak weggelegd, nu partijen daarover zelf afspraken hebben gemaakt en ook afgezien daarvan benoeming van een deskundige door het hof niet aan de orde is. Verwezen wordt wat dat aangaat naar rechtsoverweging 5.1 van het arrest van 30 juli 2013.

3.De beslissing

Het hof, recht doende in hoger beroep:
vernietigt het vonnis van de rechtbank Zwolle-Lelystad, locatie Lelystad van 21 maart 2012 en doet opnieuw recht:
verdeelt de tussen partijen bestaande gemeenschap aldus dat:
aan [geïntimeerde] wordt toegescheiden:
a. de helft van de opbrengst uit verkoop na aflossing van de hypothecaire leningen van:
- het perceel land, groot 7.660 vierkante meter, gelegen te [land] in het [district 1] ten hoogte van de Drs. [perceel 1];
- het perceel land met woonhuis gelegen te [perceel 2] in het [district 2], [land];
- het perceel land groot 24 hectare, gelegen in het [district 1] aan de [perceel 3] naar [plaats] en aan weerszijde van de [adres];
b. het aan [geïntimeerde] toekomende deel van de belastingaanslag over 2009;
c. de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen van [appellant];
d. de helft van het saldo per datum echtscheiding van de spaarrekening van partijen bij de Fortisbank Nederland NV, rekeningnummer [rekeningnummer 4];
aan [appellant] wordt toegescheiden:
e. de helft van de opbrengst uit verkoop na aflossing van de hypothecaire leningen van:
- het perceel land, groot 7.660 vierkante meter, gelegen te [land] in het [district 1] ten hoogte van de Drs. [perceel 1];
- het perceel land met woonhuis gelegen te [perceel 2] in het [district 2], [land];
- het perceel land groot 24 hectare, gelegen in het [district 1] aan de [perceel 3] naar [plaats] en aan weerszijde van de [adres];
f. het aan [appellant] toekomende deel van de belastingaanslag over 2009;
g. de helft van het saldo per datum echtscheiding van de spaarrekening van partijen bij de Fortisbank Nederland NV, rekeningnummer [rekeningnummer 4];
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mr. M.W. Zandbergen, mr. B.J.H. Hofstee en mr. I. Tubben en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 10 februari 2015.