In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, betreft het een verzetprocedure in hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.G.F. Lammers, heeft verzet aangetekend tegen een verstekarrest van 28 oktober 2014. De zaak draait om de vraag of de geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.A. van Seumeren, medehuurder is geworden van de woning die door de appellant werd verhuurd. Het hof verwijst naar eerdere arresten en het verloop van het geding, waarbij getuigen zijn gehoord en bewijs is geleverd. De appellant heeft verklaard dat hij de woning tijdelijk wilde verhuren aan de geïntimeerde en haar echtgenoot, maar dat er onduidelijkheid is ontstaan over de huurovereenkomst. De getuigenverklaringen van zowel de appellant als de geïntimeerde en hun getuigen zijn in de beoordeling meegenomen. Het hof heeft vastgesteld dat de geïntimeerde, ondanks haar aanvankelijke terughoudendheid, uiteindelijk medehuurder is geworden. De vorderingen van de appellant zijn toegewezen, en het hof heeft het verstekarrest vernietigd voor wat betreft de beslissingen die in het arrest zijn genomen. De geïntimeerde is veroordeeld tot betaling van huurpenningen en kosten, met wettelijke rente. De proceskosten zijn eveneens aan de geïntimeerde opgelegd.