ECLI:NL:GHARL:2015:88
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het gezag over minderjarigen en benoeming van voogd
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontheffing van het gezag van een vader over zijn twee minderjarige kinderen, geboren in 2008. De Raad voor de Kinderbescherming had eerder verzocht om de vader te ontheffen van het gezag, wat door de rechtbank Noord-Nederland was afgewezen. De vader had sinds 22 augustus 2012 gezamenlijk gezag met de moeder, maar de kinderen stonden sinds 22 september 2011 onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Noord-Holland en waren sinds april 2012 uit huis geplaatst.
Het hof heeft vastgesteld dat de kinderen in een onveilig opvoedingsklimaat verkeerden en dat de vader, ondanks verbeteringen in zijn leven, niet in staat was om zijn zorgplicht adequaat te vervullen. De kinderen waren verwaarloosd en getuige van ernstige conflicten tussen de ouders. Het hof oordeelde dat de continuïteit van de opvoedingssituatie en het hechtingsproces van de kinderen met hun pleegouders voorop stonden. De vader had grote zorgen geuit over zijn betrokkenheid bij de kinderen, maar het hof benadrukte dat zijn recht op omgang niet zou veranderen door de ontheffing van het gezag.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank vernietigd en de vader ontheven van het gezag over de minderjarigen. Tevens werd de Stichting benoemd tot voogdes over de kinderen, waarmee de continuïteit van hun opvoeding en ontwikkeling gewaarborgd kon worden. Deze beslissing is genomen in het belang van de kinderen, die nu in een veilige en stabiele omgeving opgroeien.