In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellant, die zich had onttrokken van de zaak door zijn advocaat, heeft geen nieuwe advocaat aangesteld. Hierdoor is het recht om van grieven te dienen komen te vervallen. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant de hem gestelde termijnen voor het indienen van de memorie van grieven ongebruikt heeft laten verstrijken. Dit leidde tot de conclusie dat het hoger beroep van de appellant niet ontvankelijk is. De eerdere vonnissen van de rechtbank zijn niet in strijd met rechtsregels van openbare orde, waardoor het hof het hoger beroep heeft verworpen. De appellant is veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep, die zijn vastgesteld op € 1.920,- aan verschotten en € 447,- aan geliquideerd salaris voor de advocaat. De uitspraak is openbaar gedaan in aanwezigheid van de griffier.