Uitspraak
[appellant],
PPI,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 3 november 2015, is een hoger beroep aan de orde dat voortvloeit uit een vaststellingsovereenkomst tussen de partijen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. H.D. Postma, en de geïntimeerde, P.P.I. Investments B.V., vertegenwoordigd door mr. P. Hoogerwerf, hebben een regeling in der minne getroffen. De procedure begon met een vonnis van de rechtbank Leeuwarden op 4 juli 2012, dat door het hof werd vernietigd.
De appellant, die in eerste aanleg gedaagde was en niet verschenen, heeft samen met de geïntimeerde verzocht om de getroffen regeling in een arrest vast te leggen. Dit verzoek werd gedaan na een brief van mr. Hoogerwerf op 19 oktober 2015, waarin de tekst van de vaststellingsovereenkomst was opgenomen, en een bevestiging van deze afspraken door mr. Postma op 21 oktober 2015.
Het hof heeft de verzoeken van partijen overwogen en heeft besloten om de vaststellingsovereenkomst te bevestigen. In de beslissing werd bepaald dat partijen elkaar moeten nakomen zoals vastgelegd in de overeenkomst, en dat iedere partij de eigen kosten van het geding in beide instanties draagt. Het hof heeft het meer of anders gevorderde afgewezen. De uitspraak werd gedaan door de rechters I. Tubben, B.J.H. Hofstee en W.J. Overtoom, en is openbaar gemaakt op 3 november 2015.