ECLI:NL:GHARL:2015:8232

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
4 november 2015
Publicatiedatum
2 november 2015
Zaaknummer
21-007426-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot jeugddetentie en PIJ-maatregel voor verkrachtingen en grooming

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 november 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Gelderland. De verdachte, een 20-jarige man, is veroordeeld tot 22 maanden jeugddetentie en een PIJ-maatregel voor het plegen van ernstige seksuele misdrijven, waaronder twee verkrachtingen, het verwerven en in bezit hebben van kinderporno, en drie gevallen van grooming. De feiten vonden plaats tussen juni en augustus 2014, waarbij de verdachte jonge meisjes heeft gedwongen tot seksuele handelingen door middel van bedreiging met de verspreiding van naaktfoto's. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn ontkenning, door zijn eigen verklaringen en de verklaringen van de slachtoffers, alsook het digitale bewijs, overtuigend schuldig is bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De verdediging voerde aan dat de verdachte onder druk was gezet door een derde persoon, maar het hof oordeelde dat dit niet aannemelijk was. De verdachte is als verminderd toerekeningsvatbaar beoordeeld, wat heeft geleid tot de toepassing van het jeugdstrafrecht. De vordering van de benadeelde partij is gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte is veroordeeld tot betaling van € 5.000,00 aan immateriële schade.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-007426-14
Uitspraak d.d.: 4 november 2015
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Gelderland van 10 december 2014 met parketnummer 05-881064-14 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 05-730505-12, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1994] ,
thans verblijvende in [detentieadres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 17 juni 2015, 21 oktober 2015 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsman, mr. H.J.M. Nijenhuis, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep om proceseconomische redenen vernietigen. Het hof zal daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in hoger beroep van 17 juni 2015 – tenlastegelegd dat:
1 primairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 12 augustus 2014 in de gemeente [plaats] , althans in Nederland door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] te weten het brengen van zijn verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer 1] en/of het steken van een of meer vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] en/of het wrijven over de borst(en) en of vagina van die [slachtoffer 1] , welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte gedreigd heeft met het versturen/ verspreiden van (een) (eerder door verdachte verworven) naaktfoto('s) van die [slachtoffer 1] en/of opzettelijk de broek(en) van die [slachtoffer 1] naar beneden heeft getrokken en/of tegen die [slachtoffer 1] gezegd heeft dat zij voorover moest bukken en/of voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van verzet en/of opmerkingen van [slachtoffer 1] dat zij dit niet wilde en/of (aldus) voor die [slachtoffer 1] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt
subsidiairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2014 tot en met 12 augustus 2014, in de gemeente [plaats] , althans in Nederland (telkens), (opzettelijk) handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het steken van een of meer vingers en/of de penis in de vagina en/of het wrijven over de borst(en) en/of vagina heeft gepleegd met [slachtoffer 1] geboren op [2002] , die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt;
2 primairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 juli 2014 in de gemeente [plaats] (telkens) door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] te weten het brengen van zijn verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer 2] , welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk gedreigd heeft met het versturen/verspreiden van (een) (eerder door verdachte verworven) naaktfoto('s) van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 2] heeft vastgehouden/vastgepakt/tegengehouden weg te lopen en/of haar broek naar beneden heeft getrokken en/of voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van verzet en/of opmerkingen van [slachtoffer 2] dat zij dit niet wilde en/of (aldus) voor die [slachtoffer 2] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling leidt
subsidiairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 juli 2014 in de gemeente [plaats] (telkens), (opzettelijk) handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het steken van de penis in de vagina, heeft gepleegd met [slachtoffer 2] , geboren [2001] , die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt;
3hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 12 augustus 2014 te [plaats] , althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (Whats-app) [slachtoffer 1] , geboortedatum [2002] , van wie verdachte wist of redelijker wijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een of meerdere ontmoeting(en) met hem heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 1] te plegen, terwijl hij (telkens) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting(en), immers heeft verdachte, meermalen, althans éénmaal (telkens) die [slachtoffer 1] (in een of meerdere WhatsApp gesprekken/berichten) heeft voorgehouden dat zij met hem, verdachte moest afspreken omdat hij anders naaktfoto's die hij van haar zei te bezitten, op internet zou plaatsen en/of in de wijk en/of aan een of meer (haar bekende) perso(o)n(en) zou verspreiden;
4hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 juli 2014 te [plaats] , althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (WhatsApp en/of Facebook en/of Skype)) [slachtoffer 2] , geboortedatum [2001] , van wie verdachte wist of redelijker wijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting met hem een of meer ontmoeting(en) heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 2] te plegen, terwijl hij (telkens) enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting(en), immers heeft verdachte, meermalen, althans éénmaal (telkens) die [slachtoffer 2] (in een of meerdere WhatsApp en/of Facebook en/of Skype gesprekken/berichten) heeft voorgehouden dat zij met hem, verdachte moest afspreken omdat hij anders naaktfoto's en/of (een) (verkrachtings) filmpje(s) die hij van haar zei te bezitten, op internet zou plaatsen;
5hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot 12 augustus 2014 in de gemeente [plaats] , in elk geval in Nederland, één of meermalen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (een) afbeelding(en) en/of film(s) en/of (een) gegevensdrager(s) (GSM), bevattende één of meer afbeeldingen en/of film(s) (telkens) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeelding(en) en/of film(s) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
-
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
-
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een)
en/of
-
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
6hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in de periode van 7 juni 2014 tot en met 12 juni 2014 te [plaats] , althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (WhatsApp) [slachtoffer 3] , geboortedatum [2000] , van wie verdachte wist of redelijker wijs moest vermoeden dat zij de leeftijd van zestien jaren niet had bereikt, een of meerdere ontmoeting(en) met hem heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 3] te plegen, terwijl verdachte die [slachtoffer 3] (in een of meerdere WhatApp gesprekken/berichten) heeft voorgehouden dat zij met hem, verdachte moest afspreken omdat hij (een) naaktfoto en/of een (seksueel getint) filmpje, die hij van haar zei te bezitten, op Facebook althans op het internet zou plaatsen.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overwegingen met betrekking tot het bewijs

Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bevestiging van het vonnis van de rechtbank. Verdachte is door de rechtbank veroordeeld wegens – kort gezegd – twee maal verkrachting, meermalen gepleegd, drie maal grooming, meermalen gepleegd en het verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van
het tenlastegelegde onder 1 en 2heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs. Verdachte heeft ontkend [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] te hebben verkracht. Verdachte heeft verklaard dat hij door [betrokkene] onder druk is gezet om te verklaren dat hij de meisjes verkracht zou hebben. Niet alleen verdachte maar ook de meisjes zouden door [betrokkene] onder druk zijn gezet bij de politie te verklaren dat zij door verdachte zouden zijn verkracht. De verkrachtingen hebben volgens verdachte in het geheel niet plaatsgevonden.
De tenlastegelegde feiten onder 3, 4, 5 en 6 heeft verdachte bekend.
De raadsman heeft ter terechtzitting het reeds bij de rechtbank en eerder bij het hof gedane
verzoek tot het verrichten van nader onderzoekaan de telefoon van verdachte en die van zijn moeder ( [moeder verdachte] ) herhaald en in voorwaardelijk zin geherformuleerd. De verdediging heeft betoogd dat uit dit onderzoek zou blijken dat verdachte door [betrokkene] onder druk is gezet om op de hierboven beschreven wijze te verklaren.
Beoordeling door het hof
Het hof is van oordeel dat de door de verdediging gevoerde verweren strekkende tot vrijspraak van het tenlastegelegde worden weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen, zoals deze later in de eventueel op te maken aanvulling op dit arrest zullen worden opgenomen. Het hof heeft geen reden om aan de juistheid en betrouwbaarheid van de inhoud van die bewijsmiddelen te twijfelen.
Het hof overweegt ten aanzien van
de tenlastegelegde feiten onder 1 en 2in het bijzonder het volgende. Verdachte heeft in de loop van het onderzoek wisselende verklaringen afgelegd. Tegenover de politie heeft hij aanvankelijk ontkend contact met beide meisjes te hebben gehad. Ten overstaan van de rechter-commissaris heeft verdachte bekend en daarna heeft hij uitgebreide en gedetailleerde bekennende verklaringen afgelegd ten overstaan van de politie. Ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep heeft verdachte ontkend seks met beide meisjes gehad te hebben. De bekennende verklaringen van verdachte komen evenwel in belangrijke mate en op springende punten overeen met de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en de inhoud van het digitale berichtenverkeer.
Uit de WhatsApp-berichten tussen verdachte en de meisjes in samenhang met de aangiftes en de verklaringen van de meisjes blijkt dat verdachte degene is die de meisjes heeft verkracht. De WhatsApp-berichten laten in dit opzicht aan duidelijkheid niets te wensen over. Door de meisjes wordt niet gesproken over de aanwezigheid dan wel betrokkenheid van [betrokkene] bij de verkrachtingen of ook maar over de persoon van die [betrokkene] . Uit niets blijkt dat zij (in de visie van verdachte: net als verdachte) in opdracht van die [betrokkene] een verhaal zouden hebben ingestudeerd en verteld over de verkrachtingen. Het hof overweegt daarbij dat hij het ook uiterst onaannemelijk oordeelt dat deze zeer jonge minderjarige meisjes tot in detail een verkrachtingsverhaal zouden hebben kunnen instuderen en vertellen.
Daarnaast merkt het hof het volgende op. [betrokkene] is als getuige ter terechtzitting van het hof gehoord. Deze getuige heeft verklaard dat hij de meisjes ( [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ) niet kent en nooit samen met verdachte en de meisjes bij het [naam school] , het terrein van de [bedrijf] , of een brug te [plaats] is geweest. De getuige ontkent voorts dat hij verdachte heeft aangezet tot het sturen van seksuele berichten aan de meisjes, dan wel het aanzetten tot het afleggen van (een) onjuiste verklaring(en) tegenover de politie over de verkrachtingen.
Het hof is van oordeel dat het door de verdediging geschetste scenario dat verdachte onder bedreiging van [betrokkene] heeft moeten verklaren dat hij de meisjes meermalen heeft verkracht niet aannemelijk is geworden. Het door verdachte geschetste scenario vindt namelijk geen steun in de overige bewijsmiddelen, zoals de WhatsApp gesprekken (tussen verdachte en de meisjes) en aangiftes en overige verklaringen van de meisjes bij de politie. Het hof is dan ook van oordeel dat verdachte het tenlastegelegde onder 1 tot en met 6 heeft begaan.
Het hof zal op het voorwaardelijk verzoek beslissen bij de bespreking van het verweer strekkende tot ontslag van rechtsvervolging in verband met psychische overmacht.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel – ook in onderdelen – slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1 primairhij op een of meer tijdstippen inof omstreeksde periode van 1 augustus 2014 tot en met 12 augustus 2014 in de gemeente [plaats] ,althans in Nederlanddoor geweldof een andere feitelijkheiden/ofbedreiging metgeweld ofeen andere feitelijkheid [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die(mede)bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] te weten het brengen van zijn verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer 1] en/ofhet steken van een of meer vingers in de vagina van die [slachtoffer 1]en/of het wrijven over de borst(en) en of vagina van die [slachtoffer 1], welk geweldof andere feitelijkheiden/ofwelke bedreiging metgeweld ofandere feitelijkheid hierinheeft/hebben bestaan dat verdachte gedreigd heeft met het versturen/ verspreiden van(een) (eerder door verdachte verworven)naaktfoto('s)van die [slachtoffer 1] en/ofopzettelijk de broek(en) van die [slachtoffer 1] naar beneden heeft getrokken en/oftegen die [slachtoffer 1] gezegd heeft dat zij voorover moest bukken en/ofvoorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van verzet en/ofopmerkingen van [slachtoffer 1] dat zij dit niet wilde en/of (aldus)voor die [slachtoffer 1] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
2 primairhij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 juli 2014 in de gemeente [plaats](telkens)door geweldof een andere feitelijkheiden/ofbedreiging met geweld of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die(mede)bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] te weten het brengen van zijn verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer 2] , welk geweldof andere feitelijkheiden/ofwelke bedreiging metgeweld ofandere feitelijkheid hierinheeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk gedreigd heeft met het versturen/verspreiden van(een) (eerder door verdachte verworven)naaktfoto('s)van die [slachtoffer 2] en/ofdie [slachtoffer 2] heeft vastgehouden/vastgepakt/tegengehouden weg te lopen en/ofhaar broek naar beneden heeft getrokken en/ofvoorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale tekenen van verzet en/ofopmerkingen van [slachtoffer 2] dat zij dit niet wilde en/of (aldus)voor die [slachtoffer 2] een dreigende situatie heeft doen ontstaan;
3hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in de periode van 1 augustus 2014 tot en met 12 augustus 2014 te [plaats] ,althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst (Whats-app) [slachtoffer 1] , geboortedatum [2002] , van wie verdachte wistof redelijker wijs moest vermoedendat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een of meerdere ontmoeting(en)met hem heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 1] te plegen, terwijl hij(telkens)enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting(en), immers heeft verdachte, meermalen,althans éénmaal (telkens)die [slachtoffer 1](in een of meerdere Whats-app gesprekken/berichten) heeftvoorgehouden dat zij met hem, verdachte, moest afspreken omdat hij anders naaktfoto's die hij van haar zei te bezitten, op internet zou plaatsen en/of in de wijk en/of aan een of meer (haar bekende) perso(o)n(en)zou verspreiden;
4hij op meerdere tijdstippen althans op enig tijdstip in de periode van 1 juni 2014 tot en met 26 juli 2014 te [plaats] ,althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst (Whats-app en/of Facebook en/of Skype)) [slachtoffer 2] , geboortedatum [2001] , van wie verdachte wistof redelijker wijs moest vermoedendat zij de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, een ontmoeting met hemeen of meer ontmoeting(en)heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 2] te plegen, terwijl hij(telkens)enige handeling heeft ondernomen gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting(en), immers heeft verdachte, meermalen,althans éénmaal (telkens)die [slachtoffer 2](in een of meerdere Whats-app en/of Facebook en/of Skype gesprekken/berichten) heeftvoorgehouden dat zij met hem, verdachte, moest afspreken omdat hij anders naaktfoto's en/of(een) (verkrachtings)filmpje(s)die hij van haar zei te bezitten, op internet zou plaatsen;
5hij inof omstreeksde periode van 1 juni 2014 tot 12 augustus 2014 in de gemeente [plaats] ,in elk geval in Nederland, één ofmeermalen,tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (een) afbeelding(en) en/of film(s) en/of (een)gegevensdrager(s) (GSM), bevattendeéén ofmeer afbeeldingenen/of film(s) (telkens)heeftverspreid en/of vervaardigd en/ofverworven en/ofin bezit gehad, terwijl op die afbeelding(en) en/of film(s) (een)seksuele gedraging(en)zichtbaaris/zijn, waarbij(telkens)een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokkenof schijnbaar was betrokkenwelke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:
-
het vaginaal penetreren met(een)vinger(s)/hand van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
-
het vaginaal penetreren met (een) vinger(s)/hand van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt met (een)
en/of
-
het geheel of gedeeltelijk naakt(laten)poseren van(een)perso(o)n(en)die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebbenbereikt, waarbijdeze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of waarbij deze perso(o)n(en) zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen van haar/hun kleding ontdoet/ontdoen en/of (waarna) doorhet camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/ofde uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)nadrukkelijk de(ontblote)geslachtsdelen in beeld gebracht worden(waarbij)de afbeelding(aldus)een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/ofstrekt tot seksuele prikkeling
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;
6hij op meerdere tijdstippenalthans op enig tijdstipin de periode van 7 juni 2014 tot en met 12 juni 2014 te [plaats] ,althans in Nederland, (telkens) door middel van een geautomatiseerd werk en/ofmet gebruikmaking van een communicatiedienst (WhatsApp) [slachtoffer 3] , geboortedatum [2000] , van wie verdachte wistof redelijker wijs moest vermoedendat zij de leeftijd van zestien jaren niet had bereikt, een of meerdere ontmoeting(en)met hem heeft voorgesteld, met het oogmerk om ontuchtige handelingen met die [slachtoffer 3] te plegen, terwijl verdachte die [slachtoffer 3](in een of meerdere WhatsApp gesprekken/berichten)heeft voorgehouden dat zij met hem, verdachte moest afspreken omdat hij(een)naaktfoto en/ofeen(seksueel getint)filmpje, die hij van haar zei te bezitten, op Facebookalthans op het internetzou plaatsen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Net als de rechtbank acht het hof niet bewezen dat verdachte van de misdrijven van het verwerven en in bezit hebben van kinderporno (feit 5) een gewoonte heeft gemaakt.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 primair en 2 primair bewezen verklaarde levert telkens op:
verkrachting,meermalen gepleegd.
Het onder 3, 4 en 6 bewezen verklaarde levert telkens op:
met gebruikmaking van een communicatiedienst een ontmoeting voorstellen aan iemand van wie hij weet dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet heeft bereikt met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen met die persoon, welk voorstel tot ontmoeting is gevolgd door enige handeling gericht op het verwezenlijken van die ontmoeting, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verwerven en in bezit hebben, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Beroep op psychische overmacht
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de
tenlastegelegde feiten onder 3, 4, 5, en 6op het standpunt gesteld dat er sprake is van psychische overmacht aan de zijde van verdachte, nu hij op een zodanige wijze door [betrokkene] onder druk werd gezet dat hij daaraan redelijkerwijs geen weerstand kon en hoefde te bieden.
Beoordeling door het hof
Het hof heeft hiervoor bij de feiten 1 en 2 (de verkrachtingen) overwogen dat dit door verdachte opgeworpen scenario niet aannemelijk is geworden. Het door de verdediging geschetste scenario dat verdachte onder bedreiging van [betrokkene] meerdere meisjes berichten heeft moeten sturen via WhatsApp en/of Facebook om deze meisjes vervolgens onder bedreiging van openbaarmaking van naaktfoto’s of seksueel getinte filmpjes seksuele handelingen te laten verrichten, vindt geen steun in de overige bewijsmiddelen. Naar het oordeel van het hof zijn de feiten die door de verdediging aan het verweer op psychische overmacht ten grondslag zijn gelegd niet aannemelijk geworden.
Voorwaardelijk verzoek
Het hof wijst het voorwaardelijke verzoek tot het verrichten van nader onderzoek naar de telefoon van verdachte en die van zijn moeder ( [moeder verdachte] ) af, wegens het ontbreken van noodzaak. Het verhoor van getuige [betrokkene] heeft geen aanleiding gegeven het verzoek toe te wijzen.
Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft betoogd dat gezien de persoonlijkheid van verdachte en de uitgebrachte Pro Justitia rapportages van de psycholoog en de psychiater er toepassing dient te worden gegeven aan het bepaalde in artikel 77c Wetboek van Strafrecht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wegens het tenlastegelegde wordt veroordeeld tot 22 maanden jeugddetentie en plaatsing in een inrichting voor jeugdigen voor de duur van 3 jaren
.
Dezelfde straf en maatregel zijn in eerste aanleg door de officier van justitie gevorderd en ook door de rechtbank opgelegd.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met de advocaat-generaal op het standpunt gesteld dat artikel 77c Wetboek van Strafrecht dient te worden toegepast. De raadsman heeft bepleit dat een langdurige jeugddetentie geen recht doet aan de door de deskundige geconstateerde verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten en de noodzaak tot behandeling.
Rapportages en toerekeningsvatbaarheid
Over verdachte zijn twee Pro Justitia rapportages opgemaakt. [1] Uit deze rapportages blijkt dat verdachte geneigd is om op instrumentele wijze met anderen om te gaan, anderen te manipuleren en zich primair te richten op zijn eigen behoeftebevrediging. Voorts is opvallend dat verdachte egocentrisch en opportunistisch is ingesteld en weinig empathie kent en laat zien in de omgang met anderen.
Nu verdachte een jonge man is van 20 jaar en zijn persoonlijkheid nog niet is ‘uitgehard’/ ‘uitgerijpt’, dient te worden gesproken van een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling of wel een persoonlijkheidsstoornis in ontwikkeling. Deze stoornis kenmerkt zich door narcistische, borderline en antisociale trekken.
Rapporteurs achten verdachte verminderd in staat zijn wil te bepalen. Zodoende wordt geadviseerd verdachte
verminderd toerekeningsvatbaarte verklaren. Het hof neemt die conclusie over.
Bovengenoemde rapporteurs beschrijven verdachte als een kinderlijke en onrijpe jongeman, die zich niet zelfstandig kan handhaven en kinderlijke morele normen en waarden heeft. Verwacht wordt dat hij zich niet kan handhaven in een behandelsetting voor volwassenen. Vanuit dat kader wordt geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen ex artikel 77c Wetboek van Strafrecht.
Gezien het als hoog ingeschatte recidiverisico wordt langdurige beveiliging van de maatschappij noodzakelijk geacht. De ernst van de problematiek, het beperkte probleeminzicht en het verminderen van het recidiverisico vragen om een langdurige behandeling in een klinische setting. Geadviseerd wordt aan verdachte een PIJ-maatregel op te leggen. Dit advies wordt gedeeld door de reclassering.
Oordeel van het hof
Het hof heeft bij de straftoemeting het volgende in het bijzonder in aanmerking genomen en vindt daarin de redenen die tot de keuze van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van de hierna aan te geven duur leiden. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten en is blijkens het uittreksel justitiële documentatie d.d. 23 september 2015 in het verleden eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit (grooming).
Verdachte, destijds 20 jaar, heeft in een relatief korte periode drie zeer jonge meisjes overgehaald tot het maken van seksueel getinte (naakt)foto’s en/of filmpjes van zichzelf. Vervolgens dwong verdachte de meisjes deze bestanden digitaal (per telefoon) naar hem toe te sturen. Daarna dreigde hij deze foto’s en/of filmpjes op internet te zetten dan wel in de nabije omgeving van de meisjes te verspreiden of te tonen, als de meisjes niet met hem zouden afspreken om seks met hem te hebben. De foto’s van één van deze drie meisjes zijn aangemerkt als kinderpornografisch materiaal. Dit materiaal werd op de telefoon van verdachte aangetroffen. Tussen twee van de meisjes en verdachte zijn meerdere ontmoetingen tot stand gekomen. Beide meisjes zijn door verdachte meermalen verkracht door geslachtsgemeenschap met hen te hebben. Daarnaast heeft hij één van deze meisjes tegen haar wil ook gebeft en gevingerd.
Verdachte heeft door zo te handelen op grove wijze inbreuk gemaakt op de fysieke en psychische integriteit van drie zeer jonge meisjes van respectievelijk 11, 12 en 14 jaar. Hoewel de meisjes expliciet aangaven in de WhatsApp gesprekken dat zij geen seks met hem wilden, dwong hij de meisjes naar de afgesproken plek te komen. Aldaar gaven de meisjes zowel verbaal als non-verbaal aan dat zij geen seks met hem wilden. Het hof rekent het verdachte zwaar aan dat hij desondanks over de (fysieke en psychische) grenzen is gegaan van de meisjes en louter oog had voor (de bevrediging van) zijn eigen lustgevoelens. Daarbij heeft verdachte zich op geen enkele wijze rekenschap gegeven van de mogelijke gevolgen, het welzijn en de eventuele gezondheidsrisico’s voor de meisjes. Verdachte heeft daarnaast geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor hetgeen hij heeft gedaan.
Gelet op de persoonlijkheid van verdachte zoals hiervoor beschreven acht het hof gronden aanwezig voor toepassing van het jeugdstrafrecht ex artikel 77c Wetboek van Strafrecht. Voor de bewezen geachte feiten is een jeugddetentie van 24 maanden de maximale straf die volgens de wet kan worden opgelegd.
Het hof zal, gelijk de rechtbank, in verband met de ernst van de feiten een jeugddetentie voor de duur van 22 maanden opleggen, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Anders dan de raadsman heeft betoogd komt het hof niet tot een lagere vrijheidsstraf, gelet op de straffen die in soortgelijke zaken worden uitgesproken, nu verdachte wordt veroordeeld wegens verkrachting
meermalengepleegd en verdachte reeds eerder is veroordeeld voor grooming (en daarvan nog in de proeftijd liep).
Naast oplegging van jeugddetentie acht het hof, in het bijzonder gelet op de hiervoor genoemde rapportages, oplegging een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel noodzakelijk, teneinde behandeling en begeleiding aan verdachte te kunnen bieden.
Het hof is van oordeel dat aan de wettelijke vereisten voor oplegging van een PIJ-maatregel is voldaan, te weten:
- bij verdachte bestond ten tijde van het plegen van de misdrijven een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestesvermogens, bestaande uit een bedreigde persoonlijkheidsstoornis met narcistische, borderline en antisociale trekken. Zodoende kunnen de feiten in verminderde mate aan verdachte worden toegerekend;
- de feiten 1 en 2 zijn misdrijven waarop een gevangenisstraf staat van vier jaren of meer en die zijn gericht tegen dan wel gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist het opleggen van de PIJ-maatregel.
- de maatregel is in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van verdachte.
Naar het oordeel van het hof kan de maatregel worden verlengd tot een maximale duur van 7 (zeven) jaren. Indien de veiligheid van derden, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de omzetting van die maatregel eist, kan de PIJ-maatregel die maximaal is verlengd worden omgezet in een TBS-maatregel.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. De vordering bedroeg € 21.325,00. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 5.360,00. De vordering is in hoger beroep gehandhaafd, doch verminderd tot een bedrag van € 15.835,00, waarvan € 5000,00 ziet op immateriële schade.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen tot een bedrag van € 10.000,00, inclusief wettelijke rente en toepassing van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot betaling van de kosten voor rechtsbijstand, begroot op € 800,00.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering een onevenredige belasting vormt voor het strafgeding en zodoende afgewezen dient te worden. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat het oordeel van de rechtbank dient te worden gevolgd.
Beoordeling door het hof
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 primair en 3 bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden tot na te melden bedrag. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering tot dat bedrag zal worden toegewezen.
Het hof is van oordeel dat de vordering voor zover deze ziet op immateriële schade kan worden toegewezen tot een bedrag van € 5.000,00. De vordering zal voor wat betreft de vergoeding van het eigen risico van € 360,00 worden afgewezen, nu minderjarigen zijn vrijgesteld van het wettelijk verplichte eigen risico bij zorgverzekeringen en de benadeelde deze kosten aldus niet kan hebben gemaakt. Voor het overige is het hof van oordeel dat, mede gelet op de betwisting door de verdediging, behandeling van de vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. In zoverre kan de benadeelde partij daarom thans in haar vordering niet worden ontvangen en kan zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Om te bevorderen dat de schade door verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.
Voorts is het hof van oordeel dat verdachte dient te worden veroordeeld tot betaling van de kosten rechtsbijstand tot een bedrag van € 800,00.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Arnhem van 22 november 2012 opgelegde voorwaardelijke taakstraf bestaande uit een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie, parketnummer 05-730505-12. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
De vordering zou zeker voor toewijzing vatbaar zijn, omdat verdachte de bewezen geachte feiten heeft begaan gedurende de proeftijd. De vordering wordt echter afgewezen, gelet op de oplegging van de jeugddetentie en onvoorwaardelijke PIJ-maatregel.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 33, 33a, 36f, 77c, 77g, 77h, 77i, 77s, 77dd, 77ee, 77gg, 240b(oud), 242 en 248e van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4, 5 en 6 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot
jeugddetentievoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de plaatsing van de verdachte in een
inrichting voor jeugdigen voor de duur van 3 (drie) jaren.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- iPhone met oplader van verdachte;
- Condoom met verpakking.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]

Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1 primair en 3 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor een bedrag van
€ 360,00 (driehonderdzestig euro) aan materiële schadeaf.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op
€ 800,00 (achthonderd euro).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1] , ter zake van het onder 1 primair en 3 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) aan immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.

Vordering tenuitvoerlegging

Wijst af de vordering van de officier van justitie van 20 november 2014, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter te Arnhem van 22 november 2012, parketnummer 05-730505-12, voorwaardelijk opgelegde 40 uren taakstraf, subsidiair 20 dagen jeugddetentie.
Aldus gewezen door
mr. M. Barels, voorzitter,
mr. J.I.M.W. Bartelds en mr. J.H. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. F.A.A.M. van der Veen, griffier,
en op 4 november 2015 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.H. van Dijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Psychologisch Pro Justitia rapportage betreffende verdachte d.d. 7 november 2014 van [naam] ; Psychiatrisch Pro Justitia rapportage betreffende verdachte d.d. 17 november 2014 van [naam] .