Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan de
gemeente Groningen(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, waarin de heffingsambtenaar de waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 62 te [Z] per waardepeildatum 1 januari 2012 op € 248.000 heeft vastgesteld. De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende ongegrond verklaard. Belanghebbende is van mening dat de waarde te hoog is vastgesteld en bepleit een waarde van maximaal € 240.000. Hij voert aan dat de ligging van de onroerende zaak nabij een jeugdinrichting waarde-drukkend is en dat hiermee geen rekening is gehouden. De heffingsambtenaar daarentegen concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank en wijst op de transactiecijfers van vergelijkingsobjecten die de waarde onderbouwen.
Tijdens de zitting op 6 oktober 2015 zijn beide partijen gehoord. De heffingsambtenaar heeft zeven referentieobjecten ter onderbouwing van de waarde aangevoerd. Het hof oordeelt dat de heffingsambtenaar in zijn bewijsvoering is geslaagd. De vergelijkingsobjecten zijn goed vergelijkbaar met de onroerende zaak, en de ligging van de onroerende zaak is niet ongunstiger dan die van de referentieobjecten. Het hof concludeert dat de waarde van de onroerende zaak correct is vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De proceskosten worden niet vergoed.