Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.1. [geïntimeerde sub 1]2. [geïntimeerde sub 2],wonende te [woonplaats],
1.Het geding in eerste aanleg
29 mei 2013 en 13 november 2013 die de rechtbank Gelderland, team kanton en handelsrecht, zittingsplaats Zutphen heeft gewezen.
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
aankoopbevestiging” (productie 1 van Monarch), heeft Monarch aan [geïntimeerde] verkocht een recreatieobject (hierna: het chalet), type Hackfort de Luxe (met toebehoren) en het daarbij behorende kavel (nummer […]). De totale koopprijs bedroeg € 195.000,- exclusief BTW. Op de aankoopbevestiging is aangekruist dat het chalet gebruikt zou gaan worden voor beheer- en exploitatiedoeleinden en dat een exploitatiegarantie zou gelden van 12,5% gedurende zeven jaar.
Naam Koper: [geïntimeerde sub 2]
Indien verkoper op grond van lid 1 nakoming van de overeenkomst verlangt, zal koper ten behoeve van verkoper na afloop van de in lid 1. genoemde termijn van acht (8) dagen voor elke sedert dien verstreken dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijke opeisbare boete verschuldigd zijn van drie (3) pro mille van de overeengekomen koopsom, onverminderd volledige schadevergoeding en vergoeding van kosten van verhaal, de kosten als vermeld in artikel 8 lid 2 daaronder begrepen.(…)”
(…) Via dit schrijven laat ik u weten gebruik te maken van de wettelijke bedenktijd van 3 dagen als particulier (art. 7:2 (lid 2) BW)
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
a. om medewerking te verlenen aan de tenuitvoerlegging van de tussen partijen op
4 november 2012 gesloten koopovereenkomst;
b. om aan Monarch te voldoen de eerste betalingstermijn van € 27.000,-, te vermeerderen
met 21% BTW en de wettelijke rente;
c. om aan Monarch te voldoen de in de algemene voorwaarden vastgelegde boete over de
eerste betalingstermijn van € 585,- per dag vanaf 1 december 2012;
d. met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van deze procedure, hoofdelijk en bij
vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf” een beroep op de bedenktermijn toekomt. In geschil is of [geïntimeerde] als zodanig kan worden aangemerkt. Op [geïntimeerde], als de partij die zich op een specifiek ter bescherming van consumenten gerichte bepaling beroept, rust de last de relevante feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te bewijzen. [geïntimeerde] heeft daartoe aangevoerd dat hij naar aanleiding van een tv-programma het park Ruighenrode heeft bezocht, dat hij slechts geïnteresseerd was in de aankoop van een recreatiewoning voor eigen gebruik en dat hij zich niet heeft beziggehouden met het beroeps- of bedrijfsmatig beleggen in onroerende zaken. Het hof is van oordeel dat Monarch deze stellingen van [geïntimeerde] onvoldoende gemotiveerd heeft weersproken. In dit kader wordt het volgende overwogen.
beheer en exploitatie” heeft gekocht en dat de gegarandeerde rendementsperiode op verzoek van [geïntimeerde] is verlengd van vijf naar zeven jaar, dan betekent dit nog niet dat [geïntimeerde] heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Hetgeen Monarch heeft aangevoerd, past immers evenzeer bij het (niet beroeps- of bedrijfsmatig) beleggen van privévermogen. Van bijkomende feiten en omstandigheden die wijzen op een beroeps- of bedrijfsmatige activiteit aan de zijde van [geïntimeerde] is niet gebleken. Voor zover Monarch heeft gesteld dat [geïntimeerde] zich reeds beroeps- of bedrijfsmatig bezighield met het beleggen in onroerende zaken, heeft zij dit onvoldoende toegelicht. Weliswaar staat vast dat tussen partijen op 4 november 2012 de verhuur van een boerderij ter sprake gekomen, maar [geïntimeerde] heeft daaromtrent onweersproken gesteld dat de boerderij eigendom was van zijn volwassen zoon en dat deze zoon de boerderij na een kort verhuurperiode zelf is gaan bewonen. Dat de boerderij een beleggingsobject voor [geïntimeerde] vormde, kan bij die stand van zaken niet worden aangenomen.
6.De slotsom
€ 1.158,-(1 punt x tarief III)